Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-1867, 23 oktober 2018, beroep
Uitspraakdatum:23-10-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-1867

Betreft:            […]      datum: 23 oktober 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.J. Hoogendam, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 10 oktober 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot uitstel van zijn melddatum afgewezen.

2.         De feiten

Op 30 april 2018 is klager opgeroepen zich op 28 mei 2018 te melden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel voor het ondergaan van 949 dagen gevangenisstraf. Aan klager is tweemaal uitstel verleend. Op 13 augustus 2018 is klager opgeroepen zich op 15 oktober 2018 te melden. Op 8 oktober 2018 heeft klager een verzoek tot uitstel van deze melddatum ingediend, dat op 10 oktober 2018 is afgewezen. Klager heeft zich op 15 oktober 2018 gemeld bij de p.i.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager zal op 1 november 2018 aan zijn buikwand worden geopereerd. Hij heeft tevergeefs geprobeerd om de operatie voor de melddatum te plannen. De selectiefunctionaris heeft wel uitstel verleend vanwege een afspraak bij de specialist. Het is daarom opmerkelijk dat voor een operatie geen uitstel verleend zou kunnen worden. Volgens de p.i. moet klager in overleg met de medische dienst een nieuwe operatiedatum vinden. De operatie op

1 november 2018 kan dan dus geen doorgang vinden. Het valt te betwijfelen of klager detentiegeschikt is. Hierbij komt nog dat klagers vader recent is overleden. Klagers persoonlijke belangen wegen zwaarder dan het belang om zijn straf nu direct ten uitvoer te leggen. In eerste instantie is door DJI ook niet bepaald voortvarend te werk gegaan met de tenuitvoerlegging van klagers straf. Als uitstel niet wordt toegekend, wordt verzocht klager ten minste in de gelegenheid te stellen om de operatie op 1 november 2018 te kunnen ondergaan. Klager komt met eigen vervoer naar de p.i. en kan ook met eigen vervoer op en neer naar het ziekenhuis. Begeleiding is onnodig en onwenselijk, want klager is betrouwbaar in het nakomen van afspraken.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is sinds 13 mei 2016 bekend met de noodzaak tot tenuitvoerlegging. Aan klager is tweemaal uitstel verleend. Uit de verwijsbrief van de huisarts blijkt niet dat de operatie met spoed moet worden ondergaan. Aan klager is uitstel verleend voor het eerste consult, niet voor de afspraak waaraan hij in bezwaar en beroep refereert.

4.         De beoordeling

4.1.      Klager heeft verzocht om uitstel van zijn melddatum zodat hij op 1 november 2018 geopereerd kan worden. Subsidiair verzoekt hij dat de operatie gedurende de tenuitvoerlegging doorgang kan vinden. Hij betwijfelt zijn detentiegeschiktheid.

4.2.      Vaststaat dat klager samen met zijn arts heeft besloten tot een operatie om zijn navelbreuk te herstellen. Deze operatie staat gepland op 1 november 2018. In het door de raadsman overgelegde informatieblad hierover staat onder meer:

            “U kunt pijn en een branderig gevoel ervaren rondom de uitstulping. Een navelbreuk verdwijnt nooit vanzelf en kan bij aanhoudende druk van zwaar tillen of veel hoesten groter worden. Bijkomend risico is het bekneld raken van de uitstulping waarna een spoedoperatie nodig is”

4.3.      De enkele stelling van de selectiefunctionaris dat de operatie niet met spoed hoeft te worden ondergaan, is onvoldoende om het belang van een voortvarende medische behandeling – dat naar voren komt uit het onder 4.2. overwogene – te weerleggen. De beroepscommissie is van oordeel dat een advies van de medisch adviseur van de afdeling Individuele Medische Advisering (de afdeling IMA) hierover meer duidelijkheid dient te verschaffen. Als de medisch adviseur het aangewezen acht dat de operatie op 1 november 2018 doorgang vindt en dit niet zonder meer vanuit de p.i. zou kunnen, zou klager door uitstel van zijn melddatum (of door incidenteel verlof dan wel strafonderbreking) hiertoe in de gelegenheid gesteld kunnen worden.

4.4.      Gelet op het voorgaande is de beslissing van de selectiefunctionaris onvoldoende gemotiveerd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak, nadat een advies van de medische adviseur van de afdeling IMA is verkregen, maar uiterlijk op 30 oktober 2018.

De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak, nadat advies van de medisch adviseur van de afdeling IMA is verkregen, maar uiterlijk op 30 oktober 2018. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 23 oktober 2018

                                     

 

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven