Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 99/0077/GB B, 12 april 1999, beroep
Uitspraakdatum:12-04-1999

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: B 99/77/GB

Betreft: [klager] datum: 12 april 1999

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 1 maart 1999 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1974], verder te noemen appellant,

gericht tegen een beslissing d.d. 16 februari 1999 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft appellants verzoek tot overplaatsing naar een penitentiaire inrichting voor dagdetentie (p.i.d.) afgewezen.

2. Ontvankelijkheid
Artikel 18 lid 1 PBW bepaalt dat een gedetineerde het recht heeft bij de selectiefunctionaris een met redenen omkleed verzoekschrift in te dienen strekkende tot onder meer overplaatsing naar een bepaalde inrichting of afdeling. Opgrond van artikel 72 lid 1 PBW staat tegen een afwijzende beslissing van de selectiefunctionaris op dit verzoek direct beroep open bij de beroepscommissie. In het onderhavige geval heeft de selectiefunctionaris in zijn afwijzendebeslissing d.d. 12 februari 1999 ten onrechte aangegeven dat appellant het recht heeft een met redenen omkleed bezwaar in te dienen. Het door appellant ingediende bezwaarschrift is op 16 februari 1999 door de selectiefunctionarisafgewezen, waarna appellant dit onderhavige beroep heeft ingediend.
De beroepscommissie is van mening dat deze onjuiste rechtsgang appellant niet aangerekend kan worden. Zij zal appellant derhalve in zijn beroep ontvangen.

3. De feiten
3.1 Appellant is sedert 24 augustus 1998 gedetineerd als zelfmelder in de half open inrichting "penitentiair trainingskamp De Corridor" te Zeeland.

3.2 Appellant ondergaat een gevangenisstraf van twee maanden met aftrek. Aansluitend dient hij krachtens drie vervolgvonnissen straffen van respectievelijk vier maanden, zes maanden en een maand te ondergaan. De wettelijk vroegstmogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 11 mei 1999.

4. De standpunten
4.1 Appellant is van mening dat zijn verzoek tot overplaatsing naar een p.i.d. ten onrechte is afgewezen. Hij heeft dit als volgt toegelicht.
Appellant wil de laatste zes weken in aanmerking komen voor het penitentiair trainingscentrum (P.T.C.), voorheen dagdetentie, te Almelo. Appellant functioneert goed en is drugsvrij.

4.2 De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Appellant voldoet niet aan de voorgeschreven criteria voor opname in een P.T.C. Volgens artikel 7 Penitentiaire Maatregel dient, voor de beoordeling of iemand geschikt is voor deelname aan een P.T.C., aandacht te worden besteed aanonder andere gemotiveerdheid en recidive. Uit de inrichtingsrapportage blijkt dat "wat de toekomst betreft appellant heeft aangegeven een WAO-uitkering te willen aanvragen. Contacten met Binnenste Buiten zijn op niets uitgelopenomdat appellant absoluut ongemotiveerd was om iets in zijn toekomst wat betreft opleiding en/of werk te investeren". Verder is gebleken dat appellant een reeks vonnissen uitzit waaruit zeker recidive blijkt.

5. De beoordeling
5.1 Een langgestrafte volwassene kan in het kader van detentiefasering worden geplaatst in een p.i.d.. De selectiecriteria en -procedure zijn in essentie gelijk aan die met betrekking tot plaatsing in een p.o.i.. Voor eendergelijke plaatsing komen op grond van de betreffende ministeriële circulaire (nr. 29469 DJ 90, d.d. 26 september 1990) gedetineerden in aanmerking die voldoen aan een aantal objectieve en subjectieve criteria.

De beroepscommissie stelt vast dat de selectiefuntionaris bij zijn beoordeling van het verzoek van appellant tot overplaatsing naar een p.i.d., de criteria van de sinds 1 januari 1999 geldende regelgeving heeft toegepast metbetrekking tot deelname aan een penitentiair programma.

De selectiefunctionaris deelde desgevraagd telefonisch mede dat de penitentiaire inrichtingen die voorheen dagdetentie aanboden momenteel als P.T.C. worden aangeduid. Zij vormen onderdeel van het penitentiair programma.
Hoewel een en ander nog niet door de Minister is geformaliseerd, gebruiken de inrichtingen de term P.T.C. zelf al wel. De selectiefunctionarissen vatten verzoeken om overplaatsing naar een p.i.d. op als verzoeken om deelname aan eenpenitentiair programma en passen voor de beoordeling van dergelijke verzoeken de criteria van de nieuwe regelgeving toe.

5.2 De beroepscommissie overweegt het volgende.
De PBW geeft de mogelijkheid van deelname van gedetineerden aan een penitentiair programma. Er is echter nog geen sprake van officiële erkenning door de Minister van (onderdelen van) penitentiaire programma's. Verder is dedagdetentie niet officiëel opgeheven en zijn de penitentiaire inrichtingen voor dagdetentie niet officiëel aangewezen als penitentiair trainingscentrum.
Verzoeken om overplaatsing naar een p.i.d. dienen derhalve nog met inachtneming van de Ministeriële circulaire, nr. 29469 DJ 90, d.d. 26 september 1990, te worden beoordeeld. De selectiefunctionaris heeft ten onrechte op hetonderhavige verzoek van appellant de criteria van de nieuwe regelgeving met betrekking tot deelname aan een penitentiair programma toegepast.
Het vorenstaande dient te leiden tot het formeel gegrondverklaren van het beroep.
De bestreden beslissing zal worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen binnen twee weken een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak.

6. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep formeel gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op binnen twee weken een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 12 april 1999

secretaris voorzitter

Naar boven