Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-1706, 9 oktober 2018, beroep
Uitspraakdatum:09-10-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

       

Nummer:         R-1706

Betreft:            [klager]            datum: 9 oktober 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door J. van den Bemt namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 25 september 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het verzoek om uitstel van klager gericht tegen de oproep zich op 3 oktober 2018 te melden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught afgewezen.

2.         De feiten

Op 29 augustus 2018 is klager opgeroepen zich op 3 oktober 2018 te melden in de p.i. Vught voor het ondergaan van 98 dagen gevangenisstraf. Op 11 september 2018 heeft klager  een verzoek om uitstel ingediend dat op 25 september 2018 is afgewezen. In het kader van de onderhavige beroepsprocedure is aan klager uitstel verleend tot 12 oktober 2018.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil graag uitstel zodat hij zijn partner kan bijstaan bij de verhuizing naar een andere woning. Graag wil klager ook dat hij tijdens het ondergaan van de aan hem opgelegde gevangenisstraf in de p.i. Dordrecht mag verblijven zodat klagers partner hem makkelijker kan bezoeken en omdat klagers partner de reis naar de p.i. Dordrecht beter kan betalen nu klager en zijn partner van een bijstandsuitkering leven. Ook uit klager de wens om de aan hem opgelegde gevangenisstraf te mogen ondergaan middels elektronische detentie.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Zoals blijkt uit de aanwijzing van het Openbaar Ministerie over het uitstelbeleid kan een verzoek tot uitstel om verschillende redenen worden toegekend. Voorop staat echter de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, daarom wordt slechts in uitzonderlijke omstandigheden uitstel verleend. Dit geldt ook voor klager. De door klager aangevoerde gronden vallen niet onder de uitzonderlijke omstandigheden van het uitstelbeleid. Hoewel de selectiefunctionaris begrip heeft voor klagers wens, is de selectiefunctionaris van mening dat de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de 98 dagen gevangenisstraf voorop staat. Er is onvoldoende capaciteit in de p.i. Dordrecht om klager in die inrichting te plaatsen. De mogelijkheid om de gevangenisstraf te ondergaan middels elektronische detentie bestaat niet meer.

4.         De beoordeling

De beroepscommissie is van oordeel dat de redenen waarom klager om uitstel verzoekt onvoldoende feitelijk zijn onderbouwd en  onvoldoende is gebleken van bijzondere omstandigheden die uitstel van klagers meldplicht kunnen rechtvaardigen. Wat het verzoek om elektronische detentie betreft overweegt de beroepscommissie dat de Circulaire Wijziging toepassing Elektronische Detentie, kenmerk 5614792/09/DJI, met ingang van 1 juli 2010 is ingetrokken bij Circulaire van 28 juni 2010, kenmerk 5653088/10/DJI. Er is thans geen nieuwe regeling die voorziet in de mogelijkheid van tenuitvoerlegging van de aan klager opgelegde gevangenisstraf door middel van elektronische detentie. De selectiefunctionaris heeft rekening te houden met de aanwezige capaciteit in de verschillende inrichtingen en kan kennelijk klager niet plaatsen in de p.i. Dordrecht wegens een capaciteitsgebrek. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 9 oktober 2018

        

                                                                

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven