Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-914, 2 november 2018, beroep
Uitspraakdatum:02-11-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:          R-914

Betreft: [klaagster]        datum: 2 november 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.J. Stronks, namens

[…], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 2 mei 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.        De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de beslissing haar te plaatsen in de gevangenis van de locatie Ter Peel te Sevenum niet-ontvankelijk verklaard.

2.        De feiten

Klaagster is sinds 18 februari 2018 gedetineerd. Zij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Utrecht locatie Nieuwersluis. Op 30 maart 2018 is zij geplaatst in de gevangenis van de locatie Ter Peel, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt. Vanuit deze inrichting is zij geherselecteerd voor de gevangenis van de p.i. Utrecht locatie Nieuwersluis.

3.        De standpunten

3.1.      Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht.

Klaagster kan zich niet verenigen met de bestreden beslissing nu klaagster nadeel heeft ondervonden van de plaatsing in de locatie Ter Peel. De in bezwaar aangevoerde gronden, waarna is heroverwogen om klaagster alsnog terug te plaatsen naar de p.i. Utrecht locatie Nieuwersluis, waren vóór de overplaatsing al bekend. De bestreden beslissing is in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel. Blijkens het selectieadvies d.d. 22 maart 2018 ontving klaagster wekelijks bezoek van haar moeder en nicht. Na de plaatsing in de locatie Ter Peel heeft klaagster geen enkel bezoek meer ontvangen. Klaagster staat in het kader van ‘terugdringen recidive’ ingeschreven bij het Leger des Heils te Amsterdam voor een studio. Door de overplaatsing is dit resocialisatietraject stil komen te liggen. De beoordeling door het Multi Disciplinair Overleg (MDO) heeft niet geleid tot een afweging tot plaatsing in het basis- of plusprogramma. Klaagster stelt dat deze beoordeling al in week 18 had kunnen plaatsvinden en dat de bezwaarprocedure hierbij mogelijk een rol heeft gespeeld. Klaagster verzoekt om een financiële tegemoetkoming.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.

Op 23 maart 2018 is door de directeur van p.i. Utrecht locatie Nieuwersluis een selectieadvies opgesteld waaruit blijkt dat klaagster geplaatst kan worden in een gevangenis. Op dat moment was er in de gevangenis van de p.i. Utrecht locatie Nieuwersluis geen capaciteit beschikbaar, waarna klaagster geplaatst is in de gevangenis van de locatie Ter Peel. Op 2 mei 2018 is het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat er op 2 mei 2018 een heroverweging heeft plaatsgevonden waarbij klaagster op de wachtlijst van de gevangenis van de p.i. Utrecht locatie Nieuwersluis is geplaatst. Deze plaatsing is op 29 mei 2018 geeffectueerd. De bestreden beslissing is dan ook op juiste gronden genomen.

4.        De beoordeling

Namens klaagster is verzocht om plaatsing in de gevangenis van de p.i. Utrecht locatie Nieuwersluis. Nu klaagster op 2 mei 2018 is geplaatst op de wachtlijst voor overplaatsing naar deze inrichting, heeft de selectiefunctionaris klaagster op goede gronden niet in haar bezwaarschrift ontvangen. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard. 

5.        De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 2 november 2018.

 

 

                    secretaris voorzitter

 

 

 

Naar boven