Nummer: R-602
Betreft: [klager] datum: 2 oktober 2018
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.F. Driessen, namens
[…], verder te noemen klager, gericht tegen een op 18 mei 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard dan wel de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad afgewezen.
2. De feiten
Klager is sinds 30 september 2010 gedetineerd. Hij verblijft in de p.i. Zwaag.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager betwist dat hij de laatste periode van zijn verblijf in de p.i. Lelystad minder toegankelijk zou zijn geweest voor begeleiding van het personeel. Klager stelt dat hij tijdens die laatste periode in de p.i. Lelystad alleen negatieve urinecontroles heeft afgegeven en dat hij geen rapporten heeft gehad. Klager heeft zijn vertrouwen verloren in de medische dienst van de p.i. Zwaag. Klager stelt dat de medische dienst onvoldoende adequaat heeft gereageerd op de symptomen die klager vertoonde, en die uiteindelijk leidde tot een beroerte. Er is door de medische dienst geen melding gemaakt in het selectieadvies van klagers beroerte in april 2018. Mede gelet hierop is de informatie van de medische dienst in het selectieadvies – ‘geen bijzonderheden’ - onjuist. Klager stelt dat de selectiefunctionaris de medische informatie daarom niet heeft kunnen meewegen in de besluitvorming over de overplaatsing. Klager stelt dat de bestreden beslissing onvoldoende is gemotiveerd.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager heeft een verzoek tot overplaatsing naar de locatie Zuyder Bos dan wel de gevangenis van de p.i. Lelystad ingediend. Op 23 april 2018 is door de directeur van de p.i. Zwaag een selectieadvies opgesteld.
Uit dit selectieadvies volgt dat klager overgeplaatst wil worden zodat zijn bezoek minder ver hoeft te reizen om hem te kunnen bezoeken in detentie. Gezien het feit dat de afstand tussen de locatie Zuyder Bos en de p.i. Zwaag slechts 20 kilometer is, is dit geen significante besparing van de reistijd voor klagers bezoek. Ook is er geen plek beschikbaar in de locatie Zuyder Bos. Op grond hiervan is het verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Zuyder Bos afgewezen. De p.i. Lelystad acht plaatsing van klager in hun inrichting niet wenselijk, gelet op het detentieverleden van klager aldaar. Hoewel de selectiefunctionaris het betreurt dat klager geen vertrouwen meer heeft in de medische dienst van de p.i. Zwaag, is deze grond niet aangevoerd in het verzoek tot overplaatsing van klager. De medische dienst kan wegens geheimhouding geen informatie verstrekken, tenzij klager toestemming geeft voor inzage in zijn medisch dossier. Tot op heden is het niet duidelijk of klager die toestemming heeft verleend.
4. De beoordeling
4.1. Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten.
De beroepscommissie wijst dit verzoek af, nu enige onderbouwing daarvoor ontbreekt. Zij acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.
4.2. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Hetgeen klager heeft aangevoerd over zijn medische toestand en het niet laten meewegen van op hem betrekking hebbende medische informatie kan de beroepscommissie niet bij de beoordeling betrekken, nu klager die informatie niet ter inzage heeft verstrekt. De beroepscommissie beoordeelt de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar Zuyderbos of Lelystad om de redenen die klager in het verzoek heeft vermeld.
4.4. Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel dan de bestreden beslissing te kunnen komen, nu de reisafstand tussen de locatie Zuyder Bos en de p.i. Zwaag relatief klein is en de p.i. Lelystad de plaatsing van verzoeker onwenselijk acht gelet op zijn detentieverleden aldaar, hetgeen in beroep niet althans niet onderbouwd weersproken is.
4.5. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 2 oktober 2018.
secretaris voorzitter