Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 99/0193/GV B, 1 juli 1999, beroep
Uitspraakdatum:01-07-1999

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: B 99/193/GV

betreft: [Klager] datum: 1 juli 1999

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet heeft kennis genomen van een op 28 april 1999 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. J.G.M. Dassen,namens

[...], verder te noemen appellant,

gericht tegen een beslissing d.d. 14 april 1999 van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en appellant alsmede zijn raadsman om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft appellants verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen, wegens het ontbreken van vertrouwen in een goed verloop van het verlof.

2. De standpunten
Namens appellant is aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit is als volgt toegelicht.
Met betrekking tot de openstaande zaak die een rol speelt bij de afwijzing heeft telefonisch verkregen informatie de raadsman geleerd dat deze niet doorslaggevend is. Dat is terecht nu het een ontnemingsvordering betreft en geengevangenisstraf.
Er is een negatief advies van de politie te Amersfoort waarin wordt aangegeven dat het verlofadres is gelegen in een probleemwijk wat drugs betreft en waarin wordt gewezen op de ernst van het gepleegde delict. Appellant isveroordeeld omdat hij verdovende middelen heeft verhandeld. Hij wil zich in de toekomst verre van dit soort activiteiten houden. Het is bovendien onmogelijk om je in één à twee dagen tijd te storten in het verhandelen van verdovendemiddelen. Voor zover al sprake zou zijn van een probleemwijk valt niet in te zien waarom dit aan een verlof in de weg zou moeten staan. De overige duizenden bewoners van de bewuste wijk vervallen ook niet in één dag tot zwaarcrimineel gedrag.
Op grond van het bovenstaande wordt verzocht te bevorderen dat appellant alsnog verlof wordt toegestaan.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Appellant is door de rechtbank te Utrecht veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden terzake overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Opiumwet. Er is sprake van een openstaande zaak. De politie van de regio Utrecht,district Eemland/Amersfoort heeft een negatief advies uitgebracht op appellants verlofaanvraag. Dit heeft te maken met het feit dat het door appellant opgegeven verlofadres is gelegen in een zogenaamde probleemwijk wat drugsbetreft, alsmede vanwege de ernst van het door appellant gepleegde delict.
Gezien het bovenstaande bestaat er geen vertrouwen in een goed verloop van het verlof en acht de Minister het niet verantwoord om appellant verlof te verlenen.

3. De beoordeling
Appellant ondergaat een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 9 september 1999. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 13 juli 1999.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van appellants eerste verlofaanvraag. Hij kon in totaal 5 verlofaanvragen indienen. Hij heeft niet eerder een verlofaanvraag ingediend.

Krachtens artikel 14 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI, komt een gedetineerde eerst voor algemeen verlof in aanmerking wanneer hij ten minste een derde van de onherroepelijken onvoorwaardelijk opgelegde straf heeft ondergaan en zijn strafrestant nog ten minste drie maanden en ten hoogste een jaar bedraagt. Artikel 4 van deze Regeling bepaalt dat verlof, in casu algemeen verlof, wordt geweigerd in gevalvan:
a) ernstig vermoeden dat de gedetineerde zal proberen zich aan de detentie te onttrekken;
b) gevaar voor ernstige verstoring van de openbare orde of het plegen van strafbare feiten;
c) ernstig vermoeden dat het verlof zal leiden tot alcoholmisbruik, druggebruik of een poging tot invoer van contrabande;
d) gebleken onbetrouwbaarheid met betrekking tot het nakomen van afspraken;
e) risico voor ongestoord verlof als gevolg van de gestoorde of agressieve persoonlijkheid van de gedetineerde;
f) risico voor ongestoord verlof als gevolg van ernstige spanningen in de woon- of leefsfeer van de te bezoeken persoon;
g) risico van ongewenste confrontatie met slachtoffers van of anderszins betrokkenen bij het door de gedetineerde gepleegde misdrijf;
h) gevaar voor de gedetineerde;
i) risico van maatschappelijke onrust;
j) het ontbreken van een aanvaardbaar verlofadres;
k) een gedetineerde ten aanzien van wie vaststaat dat hij na de detentie zal worden uitgeleverd of ten aanzien van wie een uitleveringsprocedure loopt, tenzij hieraan schorsende werking is verleend;
l) een gedetineerde die ongewenst is verklaard, ten aanzien van wie een procedure tot ongewenstverklaring loopt, tenzij hieraan schorsende werking is verleend, of van wie vaststaat dat hij na de detentie zal worden uitgezet.

De directeur van de gevangenis te Zoetermeer heeft aangegeven op grond van het gedrag van appellant positief te staan tegenover verlofverlening. De officier van justitie te Utrecht heeft telefonisch aan de inrichting medegedeeldgeen bezwaar te hebben tegen verlofverlening.
De politie van de regio Utrecht, district Eemland/Amersfoort, geeft de volgende bezwaren aan tegen verlofverlening aan appellant. Hij is voor een ernstig strafbaar feit veroordeeld tot een gevangenisstraf. Zijn woonadres is gelegenin een zogenaamde „probleemwijk“ wat drugs betreft. Appellant heeft, gezien zijn drugsverleden, veel overlast veroorzaakt voor de woonomgeving.

De beroepscommissie overweegt met betrekking tot de vermelde openstaande zaak dat haar uit de onderliggende stukken niet is gebleken dat appellant is verwikkeld in een gerechtelijke procedure op grond waarvan de oorspronkelijkeontslagdatum zou kunnen verschuiven (toelichting op artikel 14 van voornoemde Regeling). Appellant komt wat dit objectieve criterium betreft derhalve in aanmerking voor algemeen verlof.

De afwijzing door de Minister van appellants verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Hierbij overweegt deberoepscommissie het volgende. Bij de beslissing op een verzoek om verlof dient een afweging te worden gemaakt tussen enerzijds het belang van de gedetineerde bij een goede en tijdige voorbereiding van zijn terugkeer in demaatschappij en anderzijds het belang van de samenleving bij een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf. De Minister heeft zijn afwijzing kennelijk gebaseerd op de weigeringsgronden in artikel 4, onder b enj, van voornoemde Regeling. De beroepscommissie is van oordeel dat de hieraan ten grondslag liggende omstandigheden een afwijzing van het verlof in dit stadium van de detentie niet rechtvaardigen. Hetgeen door de politie isaangevoerd is onvoldoende concreet en zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen.
Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd.
Er is enige tegemoetkoming geboden, nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing, gezien de v.i.-datum, niet meer ongedaan zijn te maken.
Omtrent de in deze vast te stellen tegemoetkoming zal, gehoord de Minister, bij latere uitspraak worden beslist.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij houdt de uitspraak omtrent de aan appellant, ten laste van de Minister, toekomende tegemoetkoming aan. Zij zal in een afzonderlijke beslissing, gehoord de Minister, bepalen welke tegemoetkoming aan appellant geboden is.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. R.J.A. Meertens-Zeeman, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 1 juli 1999

secretaris voorzitter

Naar boven