Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 18/116/GB, 28 augustus 2018, beroep
Uitspraakdatum:28-08-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

 

 

Nummer:         18/116/GB

Betreft:            [klager]            datum: 28 augustus 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.P van der Graaf, namens

[…], verder te noemen klager, gericht tegen een op 3 januari 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein afgewezen.

 

2.         De feiten

Klager was sedert 23 oktober 2017 gedetineerd. Hij is op 25 oktober 2017 als preventief gehechte in het h.v.b. van de p.i. Grave geplaatst. Op 20 februari 2018 is hij in vrijheid gesteld.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.

Er is sprake van een bijzondere omstandigheid. De vader van klager is een man van 84 jaar, zonder rijbewijs en met de nodige medische beperkingen. Het is voor de vader van klager, die in Utrecht woont, niet mogelijk zijn zoon in de p.i. Grave te bezoeken.

Een verzoek om incidenteel verlof teneinde klager de mogelijkheid te bieden zijn vader te bezoeken wordt in de praktijk zelden gehonoreerd. Het Openbaar Ministerie noch het multidisciplinair overleg van de p.i. Grave heeft bezwaar tegen de overplaatsing.

Namens klager wordt verzocht om toekenning van een proceskostenvergoeding.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.

Er is geen sprake van een bijzondere omstandigheid. Klager ontvangt bezoek en daarnaast wordt niet schriftelijk onderbouwd waarom de vader van klager niet tot reizen in staat zou zijn. Daarbij kan klager, indien sprake is van een ouder die niet tot reizen in staat is en klager gedurende drie maanden niet heeft kunnen ontmoeten, ingevolge artikel 25, eerste lid van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting een verzoek indienen om incidenteel verlof.

 

4.         De beoordeling

4.1       Hoewel klager inmiddels in vrijheid is gesteld, zal de beroepscommissie het beroep inhoudelijk beoordelen, nu namens klager is verzocht om een financiële tegemoetkoming.

4.1       Klager verzoekt om overplaatsing naar het h.v.b. van de p.i. Nieuwegein in verband met bezoekproblemen. Hij stelt dat sprake is van bijzondere omstandigheden die een overplaatsing rechtvaardigen, omdat zijn vader niet in staat is hem te bezoeken. Hij heeft echter onvoldoende onderbouwd waarom zijn vader wel naar de p.i. Nieuwegein, maar niet naar de p.i. Grave kan reizen.

4.2       Gelet op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4.3       De beroepscommissie merkt hierbij op dat het op de weg van de selectiefunctionaris ligt een gedetineerde die een verzoek als het onderhavige indient, erop te wijzen dat hij dit beter dient te onderbouwen, als de onderbouwing onvoldoende is.

4.4       Voorts merkt de beroepscommissie ten aanzien van het verzoek om vergoeding van de gemaakte proceskosten op dat de Pbw noch de Pm de mogelijkheid voor een veroordeling in de kosten van de procedure en/of rechtsbijstand kent. Gelet op het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 28 augustus 2018

                            

                                                                                           

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven