Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-501, 12 oktober 2018, schorsing
Uitspraakdatum:12-10-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : S-501                                   

Betreft : [verzoeker]    datum: 12 oktober 2018

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen(Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van […], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de justitiële jeugdinrichting  (j.j.i.) Juvaid te Veenhuizen. Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 71, eerste lid, Bjj, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur betreffende het (ook tijdens slecht weer) naar buiten moeten gaan tijdens de schoolpauzes.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke mededeling van de beklagcommissie van 10 oktober 2018 inhoudende dat een klaagschrift van verzoeker is ontvangen alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van voormelde inrichting van 11 oktober 2018.

 

1.         De beoordeling

Uit artikel 53, derde en vijfde lid, Bjj volgt dat de jeugdige recht heeft op dagelijks verblijf in de buitenlucht voor zover zijn gezondheid zich daartegen niet tegen verzet en dat de directeur zorg draagt dat de jeugdige in de gelegenheid wordt gesteld ten minste dagelijks een uur in de buitenlucht te verblijven.  

In artikel 5.1 van de huisregels is het volgende bepaald omtrent het verblijf in de buitenlucht:

Als je gezondheid het toelaat, mag je dagelijks in totaal ten minste één uur in de buitenlucht zijn. Dit uur hoeft niet aaneengesloten te zijn. Ook als je in afzondering bent geplaatst, mag je ten minste één uur per dag in de buitenlucht verblijven. Het verblijf in de buitenlucht kan dan ook in afzondering plaatsvinden.

Door verzoeker is gesteld en dit is niet door de directeur betwist dat het beleid in de inrichting wordt gevoerd dat de jeugdigen worden verplicht om tijdens de schoolpauzes naar buiten te gaan. Het verzoek om de tenuitvoerlegging van dit beleid te schorsen, is gericht tegen algemeen binnen de inrichting geldend beleid en betreft geen beslissing in de zin van artikel 65 Bjj, hetgeen tot niet-ontvankelijkheid van verzoeker zou dienen te leiden. De vraag rijst of dit beleid niet haaks staat op hetgeen in artikel 5.1 van de huisregels en artikel 53, derde en vijfde lid, Bjj is bepaald: hieruit volgt geen plicht voor de jeugdige maar een recht van de jeugdige om in de buitenlucht te verblijven. In afwachting van een beslissing van de beklagcommissie zal de voorzitter de tenuitvoerlegging van het beleid schorsen totdat de beklagcommissie op het beklag heeft beslist.

 

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van het bovenstaande beleid van de directeur in afwachting van de uitspraak van de beklagcommissie.

 

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.C. Koens, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 oktober 2018.

                    

 

 

 

            secretaris                                            voorzitter

Naar boven