Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-83, 7 september 2018, beroep
Uitspraakdatum:07-09-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-83

Betreft:            [klager]            datum: 6 september 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 10 januari 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing en een nader schrijven van klagers raadsman mr. R.I. Kool van 1 februari 2018 en van 22 juni 2018.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing over te plaatsen naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Middelburg ongegrond verklaard.

 

2.         De feiten

Klager is sinds 15 oktober 1999 gedetineerd. Hij verbleef in de p.i. Achterhoek te Zutphen. Op 1 december 2017 is hij overgeplaatst naar de p.i. Middelburg, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.

De bestreden beslissing is onvoldoende gemotiveerd, nu de selectiefunctionaris geen enkele reden aanvoert voor klagers overplaatsing. Klager heeft steeds te kennen gegeven graag in de p.i. Achterhoek te willen blijven. Klager heeft het gevoel dat hij met de overplaatsing wordt gestraft, omdat hij afziet van externe plaatsing in het kader van een voorwaardelijke invrijheidstelling. Dat de overplaatsing van groot belang zou zijn voor de nazorg vanuit de gemeente Bergen op Zoom, is onjuist, nu klager bij de overplaatsing nog ruim één jaar in detentie moest verblijven. Bovendien heeft de gemeente klager pas recent benaderd voor het traject na zijn detentie. Klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf jaar. De selectiefunctionaris heeft niet voldaan aan het bepaalde in artikel 25, vierde lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) nu de overplaatsing van klager niet is voorgelegd aan een selectiecommissie. Verzocht wordt klager te horen en een financiële  tegemoetkoming toe te kennen.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.

De selectiefunctionaris verwijst naar de motivering in de bestreden beslissing. Het was tijdens de bezwaarprocedure niet bekend wanneer klager benaderd zou worden door de gemeente voor nazorg. De raadsman verwijst naar de selectiecommissie, genoemd in artikel 25, vierde lid van de Regeling. Deze selectiecommissie bestaat niet meer. Zaken die vallen onder de reikwijdte van artikel 25 van de Regeling, worden thans intercollegiaal besproken. De bestreden beslissing is op juiste gronden genomen. Er is geen aanleiding voor een financiële tegemoetkoming.  

 

4.         De beoordeling

4.1.      Namens klager is verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, klager niet uitlegt hoe dat verduidelijking zou kunnen geven en waarom dit schriftelijk niet mogelijk zou zijn. De beroepscommissie heeft de stukken bestudeerd en acht zich op basis daarvan voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.

4.2.      De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Voorop staat dat de beslissing klager naar een inrichting in de regio van herkomst te plaatsen voor de hand ligt. Daarnaast heeft klager geen enkel argument aangevoerd waarom hij langer in de p.i. Achterhoek zou moeten verblijven. Voor het overige is bij het nemen van de bestreden beslissing voldaan aan het door klager aangevoerde vereiste zoals bepaald in artikel 25, vierde lid, van de Regeling, nu de selectiefunctionaris heeft laten blijken invulling te hebben gegeven aan de “selectie-adviescommissie” als in voornoemd artikel door middel van intercollegiaal overleg, zoals is voorgeschreven.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 6 september 2018

                        

                                                                             

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven