Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-222, 18 juli 2018, beroep
Uitspraakdatum:18-07-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-222

 

betreft: [klager]            datum: 18 juli 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L. Toet, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 februari 2018 van de beklagcommissie bij de locatie Esserheem te Veenhuizen, betreffende de beslissing van 22 november 2017 tot afwijzing van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van een gerechtelijke procedure (Eh-2017-000725), alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van bovengenoemde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De beoordeling

Klager ondergaat een gevangenisstraf van zes jaren met aftrek, wegens kinderpornografie, verkrachting, mensenhandel, mishandeling begaan tegen zijn levensgezel en handelen in strijd met de Opiumwet. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf van negentig dagen te ondergaan in verband met de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf. De einddatum van klagers detentie is thans bepaald op 17 juli 2019.

Uit de voorhanden zijnde stukken volgt dat de directeur klager op grond van artikel 26, vierde lid onder c, van de Pbw in de gelegenheid heeft gesteld de inrichting te verlaten, teneinde de rechtbankzitting van 30 november 2017 bij te wonen. Derhalve is het belang aan klagers beroep komen te ontvallen. Om deze reden dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.

 

2.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van

M.G. Bikker, secretaris, op 18 juli 2018

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven