Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-850. 23 juli 2018, beroep
Uitspraakdatum:23-07-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-850

Betreft:            […]      datum: 23 juli 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.D. Popescu, namens […], verder te noemen klaagster, gericht tegen een op 5 juli 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, en van de overige stukken, waaronder de beslissing waartegen klaagster beroep heeft ingesteld.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de oproep zich op 20 juli 2018 te melden in de locatie Nieuwersluis ongegrond verklaard.

2.         De feiten

Op 21 juni 2018 is klaagster opgeroepen zich op 20 juli 2018 te melden in de locatie Nieuwersluis voor het ondergaan van 268 dagen gevangenisstraf. Op 28 juni 2018 heeft klaagster hiertegen een bezwaarschrift ingediend. Dit is op 5 juli 2018 ongegrond verklaard. In verband met de beroepsprocedure is aan klaagster kortdurend uitstel verleend. Zij moet zich nu melden op 27 juli 2018.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht. Klaagster en haar man zijn beide onherroepelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk. Ze hebben samen een 12-jarige dochter. Om te voorkomen dat zij zonder ouders moet leven, wordt verzocht de gevangenisstraffen van klaagster en haar man niet tegelijkertijd ten uitvoer te leggen.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Het Openbaar Ministerie (OM) ziet het belang van het niet tegelijkertijd tenuitvoerleggen van de straffen van klaagster en haar man wel in. Vooralsnog is hiervan geen sprake. De advocaat-generaal, dan wel klaagsters man, is volgens de selectiefunctionaris door het gerechtshof niet-ontvankelijk verklaard. Het parket heeft de zaak nog niet ontvangen.

4.         De beoordeling

4.1.      Klaagster verzoekt om uitstel om te voorkomen dat zij tegelijkertijd met haar man gedetineerd raakt. Hun 12-jarige dochter zou dan zonder ouders achterblijven.

4.2.      De gevangenisstraf van klaagsters man wordt nog niet ten uitvoer gelegd. Klaagsters raadsman stelt in beroep zelf voor dat eerst klaagster haar gevangenisstraf ondergaat en daarna haar man. Uitstel verlenen zou dit idee juist tegengaan en er is geen sprake van een andere reden om aan klaagster uitstel te verlenen. Het beroep is daarom ongegrond. De vraag wanneer de gevangenisstraf van klaagsters man wordt geëxecuteerd, is in deze procedure niet aan de orde.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 23 juli 2018.

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven