Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-100, 12 juli 2018, berroep
Uitspraakdatum:12-07-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-100

Betreft:            […]      datum: 12 juli 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Koster, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 26 januari 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen afgewezen.

2.         De feiten

Klager is sedert 18 november 2016 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager voelt zich niet veilig in de inrichting. Enkele medegedetineerden hebben hem bedreigd. Het feit dat klager hen niet bij naam kan noemen, maakt de bedreigingen niet minder onaangenaam. Het betreft gedetineerden uit klagers vroegere milieu. Er kunnen nu ook geen andere maatregelen getroffen om klagers veiligheid te waarborgen. Daarom wil klager overgeplaatst worden naar de p.i. Groot Alphen. Klager is een behulpzame en rustige gedetineerde die geen problemen opzoekt. Des te kwalijker is het dat hij zich onveilig voelt, terwijl hij hierover niet kan uitweiden. Er is onvoldoende onderzoek gedaan naar de bedreigingen. In het dossier staat enkel vermeld dat “eventuele spanningen niet zouden zijn opgevallen”. Dit spreekt voor zich. Gedetineerden zullen meestal geen bedreigingen uiten in aanwezigheid van het personeel. Het multidisciplinair overleg (mdo) heeft positief geadviseerd en klager kan de training die hij moet volgen ook in de p.i. Groot Alphen volgen. Er is geen reden aan klagers melding te twijfelen, terwijl geen echt onderzoek is ingesteld. Het verzoek tot overplaatsing had daarom moeten worden toegewezen.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Een gedetineerde die is geplaatst in een voor hem aangewezen inrichting, wordt slechts onder uitzonderlijke omstandigheden overgeplaatst. Klager dient dus de noodzaak aan te voeren en aan te tonen. De gestelde bedreiging wordt op geen enkele manier ondersteund. Het verzoek is dus onvoldoende onderbouwd.

4.         De beoordeling

4.1.      Ingevolge artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden gedetineerden die tot een gevangenisstraf zijn veroordeeld, in een gevangenis in het arrondissement van vestiging geplaatst. Indien in het arrondissement van vestiging geen gevangenis is aangewezen of geen plaats in een gevangenis in het desbetreffende arrondissement beschikbaar is, wordt de gedetineerde in een gevangenis in een aanpalend arrondissement geplaatst. Klagers vestigingsadres bevindt zich in het arrondissement Midden-Nederland.

4.2.      Klager verzoekt tot overplaatsing naar de gevangenis van de p.i. Groot Alphen, die, anders dan de locatie De Schie, is gelegen in het arrondissement Midden-Nederland. Het mdo adviseert positief ten aanzien van klagers verzoek en van enig belang dat zich tegen klagers overplaatsing verzet, is niet gebleken. Hoewel de gestelde bedreigingen nauwelijks zijn onderbouwd, zal de beroepscommissie, gelet op het voorgaande, overgaan tot gegrondverklaring van het beroep. Zij zal de bestreden beslissing vernietigen en de selectiefunctionaris opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 12 juli 2018.

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven