Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-93, 12 juli 2018, beroep
Uitspraakdatum:12-07-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-93

Betreft:            […]      datum: 12 juli 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.H.J. Dooijeweert, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 12 januari 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein afgewezen.

2.         De feiten

Klager is sinds 4 oktober 2017 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de p.i. Grave.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil graag overgeplaatst worden naar de p.i. Nieuwegein, omdat dit voor zijn ouders en voor zijn partner met hun baby beter te bereiken is. De afstand vanuit Nieuwegein naar de rechtbank Arnhem is niet zoveel groter dat dat belang zwaarder zou moeten wegen dan klagers belang bij persoonlijk contact met zijn familie. Dat klager niet verstoken is van bezoek, betekent slechts dat zijn familie hem heel graag wil bezoeken. Dit is in de p.i. Grave minder vaak mogelijk dan in de p.i. Nieuwegein. Klagers advocaat houdt kantoor in Breukelen. Het is van groot belang dat klager met hem zijn strafzaak kan voorbereiden, nu klager wordt vervolgd voor een ernstig misdrijf (moord). Het Openbaar Ministerie (OM) heeft geen bezwaar tegen klagers overplaatsing, zodat klagers belangen zwaarder dienen te wegen.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. De p.i. Grave bevindt zich nabij het arrondissement van vervolging. Klager is dus in een juiste inrichting geplaatst. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Van een bijzondere omstandigheid is niet gebleken. Klager is niet verstoken van bezoek. Als klager wordt veroordeeld, kan hij zijn voorkeur kenbaar maken voor plaatsing in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein.

4.         De beoordeling

4.1.      De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Hiertoe overweegt de beroepscommissie als volgt.

4.2.      De p.i. Grave bevindt zich in het arrondissement Oost-Brabant. De p.i. Nieuwegein bevindt zich in het arrondissement Midden-Nederland. Beide zijn aanpalend aan het arrondissement Gelderland, waarin de rechtbank Arnhem is gelegen. Voor klager is de p.i. Grave dus niet meer aangewezen dan de p.i. Nieuwegein. Daarbij komt nog dat het OM geen bezwaar heeft tegen klagers overplaatsing naar de p.i. Nieuwegein. Zoals de beroepscommissie eerder heeft overwogen (bijvoorbeeld RSJ 21 december 2017, 17/1902/GB), dienen in een dergelijk geval de persoonlijke belangen van klager zwaarder te wegen dan het door de selectiefunctionaris in zijn beslissing bedoelde algemene logistieke belang. Van enig ander belang dat plaatsing in de p.i. Grave wenselijker maakt dan plaatsing in de p.i. Nieuwegein is niet gebleken.

4.3.      Gelet hierop komt de beroepscommissie, ook met het oog op de omstandigheid dat klagers partner klager met hun baby wenst te bezoeken, tot het oordeel dat de bestreden beslissing dient te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 12 juli 2018.

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven