Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-92, 16 juli 2018, beroep
Uitspraakdatum:16-07-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:       R-92

Betreft:            [klager]            datum: 16 juli 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.M.P. Jongsma namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 5 januari 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwaag ongegrond verklaard.

2.         De feiten

Klager is sedert 24 maart 2016 gedetineerd. Hij verbleef in de p.i. Zwaag. Op 23 mei 2018 is klager in vrijheid gesteld.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.

Volgens klager stelt de selectiefunctionaris in de bestreden beslissing dat de afspraak over het inplannen van een bezoek zonder toezicht (BZT) is gecommuniceerd met het team. Daarna zou klager een BZT hebben ingepland bij een medewerker die niet op de hoogte was van het eerdere BZT. Dit is zeer tegenstrijdig. Vervolgens wordt klager verweten dat na het BZT contrabande is waargenomen/aangetroffen. Klager is hiervoor in de isoleercel geplaatst, waarna nog steeds geen contrabande werd aangetroffen. Het is opmerkelijk dat de selectiefunctionaris niets heeft vermeld in de beslissing over de uitkomst van hetgeen zich voordeed vanaf 13 oktober 2017, namelijk dat klager niet in het bezit was van contrabande. Klager heeft de gebruikelijke procedure gevolgd na een BZT. De piw’er wilde echter dat klager nog drie maal extra door zijn knieën zou aan. Klager heeft dit geweigerd, omdat hij hiervoor geen logische verklaring kreeg. De piw’er zou ‘iets wits’ hebben gezien tussen de billen van klager en daarna hebben gezegd dat hij drugs zag. Klager vindt het merkwaardig dat de selectiefunctionaris de beslissing baseert op deze uiterst opmerkelijke rapportage. De overplaatsing van klager naar de p.i. Zwaag is voor klager uiterst vervelend, nu hij daar geen bezoek kan ontvangen. Klager verzoekt om gegrondverklaring van het beroepschrift. Voorts verzoekt klager om een financiële tegemoetkoming.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.

Uit het selectieadvies van de p.i. Groot Alphen te Alphen aan den Rijn blijkt dat aan klager meermalen een disciplinaire straf is opgelegd, waarvan de laatste twee op 13 oktober 2017 wegens het bezit van contrabande en het niet opvolgen van afspraken met het personeel. Op 16 oktober 2017 heeft de directeur van de p.i. Groot Alphen aan de selectiefunctionaris laten weten dat op 13 oktober 2017 geen contrabande bij klager is aangetroffen, maar dat duidelijk is gezien dat klager bij de visitatie na het BZT drugs bij zich droeg.

Ten aanzien van de aanvraag van het BZT is de selectiefunctionaris van oordeel dat de formulering in het bezwaarschrift ietwat onhandig is geweest. Uit een onderliggend rapport volgt echter wel dat verzoeker heeft getracht voor de maand oktober een afspraak voor een BZT in te plannen bij een medewerker die niet op de hoogte was van het feit dat klager in september twee maal BZT had aangevraagd, omdat zijn partner in oktober verhinderd was op bezoek te komen. Na het BZT van 13 oktober 2017 heeft het personeel bij de visitatie van klager ‘iets wits’ tussen zijn billen gezien. Vervolgens heeft klager geweigerd de instructies van het personeel op te volgen, namelijk het maken van drie maal extra kniebuigingen. Hierop is klager in de isoleercel geplaatst en is hem twee maal rapport aangezegd. Het is juist dat bij klager uiteindelijk geen contrabande is aangetroffen. Indien klager meent dat deze rapporten hem ten onrechte zijn aangezegd, kan hij zich te wenden tot de commissie van toezicht.

Gelet op de dertien rapporten die aan klager zijn aangezegd in de p.i. Groot Alphen, betekende dit dat een voortzetting van de detentie van klager in de p.i. Groot Alphen onhoudbaar was. Gelet hierop heeft de directeur aan de selectiefunctionaris geadviseerd om klager over te plaatsen, zodat klager een nieuwe start kan maken met het voltooien van zijn strafrestant. Gelet hierop acht de selectiefunctionaris de bestreden beslissing op juiste gronden  genomen. Ten aanzien van de verzochte tegemoetkoming stelt de selectiefunctionaris dat klager meermalen familiebezoek heeft ontvangen sinds zijn plaatsing in de p.i. Zwaag en dat voor een tegemoetkoming geen aanleiding bestaat. 

4.         De beoordeling

4.1.      Hoewel klager inmiddels in vrijheid is gesteld en derhalve niet langer in de p.i. Zwaag verblijft, zal de beroepscommissie het beroep inhoudelijk behandelen nu klager om een financiële tegemoetkoming heeft verzocht.

4.2.      De beslissing klager over te plaatsen naar de gevangenis van de p.i. Zwaag is niet onbegrijpelijk, nu in het selectieadvies van de directeur van de p.i. Groot Alphen staat dat aan klager gedurende zijn detentie in de p.i. Groot Alphen dertien rapporten zijn aangezegd wegens diverse incidenten en dat interne overplaatsing niet was aangewezen, omdat klager intern al meermalen was overgeplaatst. De omstandigheid dat bij klager na het BZT op 13 oktober 2017 geen contrabande is aangetroffen, maakt dit niet anders.

4.3.      De door de selectiefunctionaris genomen beslissing kan dan ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Daarom zal het beroep ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 16 juli 2018.

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven