Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1985/GB, 9 oktober 2003, beroep
Uitspraakdatum:09-10-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/1985/GB

Betreft: [klager] datum: 9 oktober 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 20 augustus 2003 – door tussenkomst van het bureau selectiefunctionarissen – bij het secretariaatvan de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1980], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 augustus 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, waarop niet is aangetekend wanneer deze aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de afdeling voor psychologisch onvolwassenen Noordsingel te Rotterdam, hierna te noemen het jovo-h.v.b. te Rotterdam, afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 2 december 2002 gedetineerd. Hij verblijft thans als preventief gehechte in het h.v.b. voor jong volwassenen te Scheveningen. Een door klager ingediend verzoek tot overplaatsing naar het jovo-h.v.b. te Rotterdam isop 22 mei 2003 afgewezen. Een daarna door de inrichting namens klager ingediend verzoek tot overplaatsing is op 6 augustus 2003 afgewezen.

3. Ontvankelijkheid
Artikel 72, eerste lid, Pbw stelt beroep open tegen de afwijzing van een verzoek tot overplaatsing als bedoeld in artikel 18, eerste lid, Pbw. De beroepscommissie kent als vaste lijn in de jurisprudentie dat slechts dan sprake isvan een verzoek als hier bedoeld als de gedetineerde en/of diens raadsman zich rechtstreeks tot de selectiefunctionaris wendt met een verzoek tot overplaatsing. Een in een overplaatsingsvoorstel van de inrichting omschreven verzoekvan de gedetineerde kan niet als zodanig gelden. De wet stelt geen bezwaar en beroep open tegen een beslissing tot niet-plaatsing van een gedetineerde in een bepaalde inrichting, als deze beslissing niet is genomen op een verzoekals bedoeld in artikel 18, eerste lid, Pbw. De afwijzende beslissing van de selectiefunctionaris op het voorstel tot overplaatsing van de inrichting van klager is, nu de wet hiertegen geen bezwaar en beroep openstelt, een niet voorbezwaar en beroep vatbare beslissing. De bestreden beslissing dient derhalve te worden vernietigd en klager zal alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 9 oktober 2003

secretaris voorzitter

Naar boven