Nummer: 03/1909/GB
Betreft: [klager] datum: 8 oktober 2003
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 8 augustus 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op [1969], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 30 juli 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis De Geerhorst te Sittard ongegrond verklaard.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 30 juni 2001 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Roermond. Op 11 juli 2003 is hij geplaatst in de gevangenis De Geerhorst, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van vijftien maanden met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 17 april 2003. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 25 september 2003.Aansluitend dient hij (eventueel) subsidiaire hechtenis van 100 dagen en 81 dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectie-functionaris als volgt toegelicht.
Klager is in De Geerhorst geplaatst, omdat hij zich zou hebben onttrokken aan detentie. Klager is zich hier niet bewust van.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Hoewel klager zich tijdens zijn detentie kennelijk voorbeeldig heeft gedragen, is er toch sprake van een ernstig incident. Klager werd op 20 juni 2002 gedurende zijn huidige detentie in de gelegenheid gesteld om zich op eigengelegenheid te melden in de gevangenis Maashegge, een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau. Volgens het penitentiair dossier heeft klager zich onttrokken aan detentie op 20 juni 2002 en was hij tot 5 augustus 2002voortvluchtig. Klager beroept zich op een zogenaamd ontslagbewijs dat hij van p.i. Limburg-Zuid verstrekt kreeg. Echter op dit zogenaamde ontslagbewijs staat duidelijk vermeld dat het om een invrijheidstelling ging, waardoor hijzich op eigen gelegenheid kon overplaatsen naar Maashegge. In het selectieadvies van het h.v.b. Roermond werd aangegeven dat hij daardoor niet het vertrouwen geniet om geplaatst te worden in een beperkt beveiligde inrichting.
4. De beoordeling
De gevangenis De Geerhorst is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
Klager, die in het kader van detentiefasering de mogelijkheid was geboden om zich zelf te melden bij de beperkt beveiligde gevangenis Maashegge, heeft zich vervolgens gedurende enkele maanden aan detentie onttrokken. Deberoepscommissie is van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd is met dewet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Hierbij is in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op de over zijn gedrag verstrekte gegevens, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting meteen beperkt beveiligingsniveau.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 8 oktober 2003
secretaris voorzitter