Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1969/GB, 7 oktober 2003, beroep
Uitspraakdatum:07-10-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/1969/GB

Betreft: [klager] datum: 7 oktober 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 15 augustus 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1966], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 augustus 2003 genomen – en op 13 augustus 2003 aan klager uitgereikte – beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een gevangenis in de omgeving van Rotterdam afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 24 oktober 2002 gedetineerd. Vanuit het detentiecentrum Roermond is hij geplaatst in de gevangenis Nieuw Vosseveld te Vught, een inrichting met een regime van algehele gemeenschap.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 4 februari 2003. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 16 februari 2004.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Klager vraagt de afwijzende beslissing in heroverweging te nemen, omdat zijn familie niet in staat is hem in Vught te bezoeken. Voor de reis ontbreekt het geld, terwijl de gezondheidstoestand van zijn familie zich eveneens verzettegen een reis naar Vught. Met een overplaatsing naar een gevangenis in de omgeving van Rotterdam zou klager geholpen zijn.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Volgens de inrichtingsrapportage hoopt klager snel geplaatst te worden in Lelystad. Deze wens staat haaks op zijn overplaatsingsverzoek naar een inrichting in de omgeving van Rotterdam. Dit verzoek tot overplaatsing is afgewezen,omdat klager in Vught niet eenmaal bezoek heeft ontvangen en het geenszins vaststaat dat hij dat in een inrichting in de omgeving van Rotterdam wel zal krijgen. Bovendien acht de selectiefunctionaris de afstand tussen Rotterdam enVught acceptabel. Wat de in beroep geuite medische bezwaren betreft merkt de selectiefunctionaris op dat klager deze stelling niet met medische verklaringen heeft gestaafd.

4. De beoordeling
4.1. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk wordenaangemerkt. Hetgeen klager over de bezoekmogelijkheden heeft aangevoerd, is, waar hij zijn stelling met betrekking het niet kunnen reizen van zijn familie naar Vught in verband met gezondheidsproblemen niet met medische verklaringenheeft onderbouwd, onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 7 oktober 2003

secretaris voorzitter

Naar boven