Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1670/GA, 30 september 2003, beroep
Uitspraakdatum:30-09-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 03/1670/GA

betreft: [klager] datum: 30 september 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 22 juli 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 24 juni 2003 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Limburg-Zuid, locatie Overmaze te Maastricht, welke op 14 juli 2003 aan klager en de directeur is verzonden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Klager is op 13 september 2003 in vrijheid gesteld en thans zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het zoek raken van klagers kleding.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager is niet voor niets in beklag gegaan. Hij gaat er niet om liegen, want daar heeft hij niets aan. Er worden verschillende dingengezegd en daarom weet hij het niet meer. Klager vraagt zich af wat er gaat gebeuren, nu het er op lijkt dat hij zijn kleding kwijt is en de beklagcommissie er niets aan wil doen.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De directeur heeft naar aanleiding van klagers klacht nader onderzoek ingesteld naar klagers verdwenen invoer. Uit dit onderzoek komt naar voren dat er geen aanwijzingen zijn om te veronderstellen dat de kleding, die klager hadvermeld op het invoerbriefje, daadwerkelijk binnen de inrichting is gebracht. Dit maakt dat de beroepscommissie van oordeel is dat de directeur geen verwijt kan worden gemaakt van de vermissing van klagers kleding.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 30 september 2003

secretaris voorzitter

Naar boven