nummer: 18/0181/GA
betreft: [Klager] datum: 7 augustus 2018
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.C. Duin, namens [Klager], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 4 januari 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel, betreffende:
a. het starten van een pilot;
b. het niet-informeren van klager over het starten van de pilot (Ta 2017-000409).
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Ter Apel in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van de voorhanden stukken acht de beroepscommissie zich voldoende ingelicht. Een mondelinge behandeling kan daarom achterwege blijven.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De beoordeling
Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder a. overweegt de beroepscommissie dat de beklagrechter op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.
Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder b. overweegt de beroepscommissie dat het niet-informeren een beklagwaardige beslissing van de directeur betreft. De directeur heeft gemotiveerd weersproken dat klager niet (via daartoe aangewezen medegedetineerden) zou zijn geïnformeerd. Een en ander leidt tot de conclusie dat klager alsnog ontvankelijk moet worden verklaard in zijn beklag, maar dat dit beklag ongegrond is.
2. De uitspraak
Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder a. verklaart de beroepscommissie het beroep ongegrond en bevestigt zij de uitspraak van de beklagrechter.
Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder b. vernietigt de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M de Wit, voorzitter, J. Schagen MA en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 7 augustus 2018.
secretaris voorzitter