Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 18/0143/GA, 12 juni 2018, beroep
Uitspraakdatum:12-06-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          18/143/GA

betreft: [klager]            datum: 12 juni 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 8 januari 2018 van de beklagcommissie bij de locatie Sittard, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 mei 2018, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. D.L.A.M. Pluijmakers, en mevrouw […], directeur bij de locatie Sittard.

Als toehoorder was ter zitting aanwezig de heer mr. dr. J. de Lange, lid van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Klager beklaagt zich over het kapot maken van zijn radio tijdens een cel inspectie (G-2017-000592). De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De cel inspectie vond plaats op de afdeling. Toen hij zijn cel verliet voor de cel inspectie stond zijn radio aan. Eenmaal terug in zijn cel, bleek dat zijn radio niet meer aanging en dat de antenne stuk was. Klager meldde onmiddellijk bij een bewaarder dat de radio stuk was. Die gaf de melding echter niet door. In het kader van de behandeling van het beklag door de beklagcommissie deed de directeur navraag, echter dat gebeurde niet bij de betreffende bewaarder bij wie klager melding deed. Een week na de melding bij de bewaarder kreeg klager een nieuwe radio ter waarde van € 40,00 aangeboden. Dat accepteerde hij niet. Zijn radio was veel duurder, namelijk € 275,00 en hij wil dat die radio gerepareerd wordt. Klager komt uit Curaçao en krijgt bijna geen bezoek. De radio betekent veel voor hem. Bovendien is repareren van zijn radio goedkoper dan het aanbieden van een nieuwe.

De directeur heeft in beroep haar tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat klagers radio bij de cel inspectie kapot ging. Daarvan deed klager namelijk geen melding. Tijdens een inspectie worden radio’s opengemaakt bij de verzegeling, niet bij de antenne. De verzegeling van de radio was niet stuk. Radio’s worden altijd opengemaakt. Het is niet aantoonbaar dat de p.i. nalatig heeft gehandeld. De directeur sprak niet met de betreffende bewaarder, maar keek wel de rapportages na. Bij de betreffende bewaarder werd niets nagegaan, omdat hij ziek thuis zat en zij dit geen reden vond om hem thuis lastig te vallen. De directeur zal alsnog navraag doen bij de bewaarder en dit binnen twee weken laten weten. Vanwege proceseconomische redenen werd klager een nieuwe radio aangeboden. Hiermee werd niet erkend dat de radio tijdens de cel inspectie kapot gemaakt is. Klagers radio werd niet gerepareerd, omdat niet bekend is wat kapot is en dus ook niet hoe duur die reparatie zal zijn. Er is geen verslag van de inspectie van klagers cel opgemaakt. Daarin werd namelijk niets bijzonders aangetroffen.

3.         De beoordeling

De beroepscommissie merkt op dat zij na de behandeling van het beroep ter zitting een intrekking van het beroep ontving van klager. Deze intrekking dateert van 16 mei 2018.

De beroepscommissie is van oordeel dat klager door deze intrekking geen belang meer heeft bij de inhoudelijke behandeling van zijn beroepschrift. Klager zal dan ook niet-ontvankelijk verklaard worden in zijn beroep.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem-Broos en mr. M.J. Stolwerk, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.G. Dekker, secretaris, op 12 juni 2018

          

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven