Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3898/JA e.v., 28 juni 2018, beroep
Uitspraakdatum:28-06-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummers:        17/3898/JA, 17/3899/JA, 17/3900/JA, 17/3902/JA, 17/3903/JA, 17/3904/JA, 17/3905/JA en 17/3906/JA

betreft: [klager]            datum: 28 juni 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], geboren op [1996], verder te noemen klager, gericht tegen acht uitspraken van 7 november 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Het Keerpunt te Cadier en Keer, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde j.j.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn toenmalige raadsman mr. C.W.J. Faber om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagrechter

Het beklag betreft:
a.         de verlenging van klagers ITA-status op 22 juli 2017 (zonder dit met hem te bespreken) (J2017/209, - 210, - 213);
b.         het niet ontvangen van een schriftelijke mededeling met betrekking tot de verlenging van klagers ITA-status in augustus 2017 (-205);
c.         het niet verstrekken van een compensatie/tegemoetkoming voor het op kamer moeten verblijven en het weer op kamer moeten verblijven op 2 augustus 2017 (- 204).
d.         het te kort verblijven op de leefgroep op 7, 8, 9, 10 en 11 augustus 2017 ( - 206, - 207, - 208).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2.         De beoordeling

Door klager is in beroep aangevoerd dat hij tijdig beklag heeft ingediend. De klachten zijn te laat ontvangen doordat de teamleider niet correct heeft gehandeld en zijn klacht(en) uit de brievenbus heeft gehaald in plaats van naar de beklagcommissie te brengen. De beklagrechter zou volgens klager op de hoogte zijn van dit voorval. 

De directeur heeft hierop geantwoord dat de brievenbussen tweemaal per week worden geleegd en het niet mogelijk is dat een brief die gedagtekend is 6 augustus 2017 vervolgens pas op 23 augustus 2017 wordt verstuurd. De werknemer die verantwoordelijk is voor de verzending van brieven was in die periode afwezig maar zijn werkzaamheden zijn waargenomen door een collega.

De beroepscommissie acht het door klager gestelde met betrekking tot de termijn van indienen van het beklag niet aannemelijk geworden.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot andere beslissingen leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

  3.       De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagrechter. Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, mr. E. Lucas en drs. J.E. Wouda, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 juni 2018.

    

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven