Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1871/GB, 18 september 2003, beroep
Uitspraakdatum:18-09-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/1871/GB

Betreft: [klager] datum: 18 september 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 5 augustus 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1981], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 juli 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, waarop niet is aangetekend wanneer deze aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring voor psychologisch onvolwassenen (jovo-h.v.b.) afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 9 juli 2003 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. Alphen aan den Rijn.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Op de afdeling waar klager thans verblijft is hij met zijn 21 jaar de jongste. Hij voelt zich vaak eenzaam. Op zijn cel huilt hij wel eens en praat in zichzelf. Een eerdere detentie bracht hij in een jovo-inrichting door. Dat bevielhem goed. Daarom heeft hij om overplaatsing naar een jovo-inrichting verzocht.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
In het h.v.b. Alphen aan den Rijn, waar klager preventief werd gehecht en waar hij thans nog steeds verblijft, is een indicatiestelling gemaakt om te zien of klager in het jovo-circuit thuishoort. Klager bleek op geen enkeleindicatie te „scoren“. Hij komt dan ook niet in aanmerking voor opname in het jovo-circuit. Zijn verzoek tot overplaatsing naar een jovo-h.v.b. is derhalve afgewezen.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst dieouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassenen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen, Ministerie van Justitie,Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus 2001, kan worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling.Daarbij komt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in eeninrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.

4.3. De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden aanhef en onder b, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die ineen jovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Uit klagers indicatiestelling is echter gebleken dat hij aan niet één van de gestelde indicaties voldoet om als „jovo-geïndiceerd“ te worden aangemerkt. Dit maakt dat hij niet voldoet aanhet tweede criterium van artikel 16 van de Regeling.

4.4. Tegen de achtergrond van het vorenstaande is de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd met de wet en kan deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen,evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klagers beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard, waarbij wordt opgemerkt dat klager er verstandig aan doet zich met het b.s.d. in verbinding te stellen om na te gaan welkepassende plaatsing alsnog gerealiseerd kan worden.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

1. Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 18 september 2003

secretaris voorzitter

Naar boven