Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3467/GB, 29 mei 2018, beroep
Uitspraakdatum:29-05-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         17/3467/GB

Betreft:            […]      datum: 29 mei 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.M. Penn, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 oktober 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Esserheem te Veenhuizen afgewezen.

 

2.         De feiten

Klager is sedert 22 april 2003 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein. Op 12 oktober 2017 is klager overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Zwolle, waarna hij op 13 oktober 2017 is overgeplaatst naar gevangenis van de p.i. Lelystad en op 19 oktober 2017 naar de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klagers verzoek is afgewezen omdat de locatie Esserheem geen plaats zou bieden aan levenslanggestraften. Een andere levenslanggestrafte is hier echter wel gedetineerd. Dat deze gedetineerde aan het re-integreren is, maakt geen verschil, nu klager – gelet op de meest recente wet- en regelgeving – ook een perspectief op vrijheid heeft. Vanuit de locatie Esserheem kan klager gemakkelijker resocialiseren, nu hij uiteindelijk in die regio weer zal willen terugkeren. Ook kan zijn moeder hem in de locatie Esserheem nog bezoeken. Zij is ziek en heeft niet lang meer te leven. Klager verzoekt te worden gehoord, omdat hij wil toelichten dat hij in het verleden geen ontsnappingspoging heeft gedaan alsook dat hij er geen last van heeft wanneer andere gedetineerden in zijn omgeving met verlof gaan. Voorts heeft klager eerder in de locatie Norgerhaven te Veenhuizen verbleven en toen vormde het beveiligingsniveau geen beletsel. Door klager te horen, kan duidelijk worden dat geen reële bezwaren bestaan tot overplaatsing van klager naar de locatie Esserheem.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.

Ingevolge RSJ 23 november 2016 (16/298/GB) kunnen het beveiligingsniveau en de bestemmingsaanwijzing meegewogen worden bij de beslissing waar een levenslanggestrafte geplaatst wordt. De locatie Esserheem heeft een lager beveiligingsniveau (niveau 2) dan reguliere gevangenissen. Klager is tot levenslang veroordeeld en heeft wegens vluchtgevaar op de lijst gedetineerden met een vlucht- en maatschappelijk risico (GVM-lijst) gestaan. Voor een levenslanggestrafte die in het Noorden van het land wil verblijven, is de p.i. Leeuwarden de aangewezen inrichting. Klager heeft echter aangegeven daar niet naartoe te willen vanwege een eerder incident aldaar. De levenslanggestrafte die momenteel in de locatie Esserheem verblijft, verbleef al vijfentwintig jaar in de locatie Norgerhaven en om te garanderen dat het door hem afgedwongen resocialisatie- en re-integratietraject kon worden voortgezet is hij (toen de locatie Norgerhaven werd gebruikt voor Noorse gedetineerden) overgeplaatst naar de locatie Esserheem. Deze levenslanggestrafte geniet onbegeleide verloven. Klager verblijft thans vijftien jaar in detentie. Pas na vijfentwintig jaar zal klager mogelijk een aanvang maken met re-integratieactiviteiten. Als klagers moeder inderdaad niet tot reizen verder dan de locatie Esserheem in staat is, kan klager een verzoek tot omgekeerd bezoek indienen.

 

4.         De beoordeling

4.1.      Namens klager is verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten, zodat hij duidelijk kan maken dat van een ontsnappingspoging geen sprake is geweest, hij geen problemen heeft met gedetineerden in zijn omgeving die op verlof gaan en het beveiligingsniveau van de locatie Esserheem geen beletsel vormt om klager daar naartoe over te plaatsen. De beroepscommissie wijst dit verzoek evenwel af, nu niet is aangegeven hoe klager verduidelijking zou kunnen geven en waarom dit schriftelijk niet mogelijk zou zijn. De beroepscommissie heeft de stukken bestudeerd en acht zich op basis daarvan voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.

4.2.      Klager heeft verzocht om overplaatsing naar de locatie Esserheem, omdat zijn moeder hem daar kan bezoeken en omdat hij in die regio (op termijn) wenst te resocialiseren.

4.3.      De locatie Esserheem is wat het beveiligingsniveau betreft in beginsel niet geschikt voor de plaatsing van levenslanggestraften. De omstandigheid dat klagers moeder hem in andere inrichtingen niet kan bezoeken is niet voldoende aannemelijk, maar bovenal niet zodanig zwaarwegend dat hiervan moet worden afgeweken, omdat begeleid incidenteel verlof voor een bezoek aan een niet tot reizen in staat zijnde ouder op grond van artikel 25 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting de aangewezen wijze is waarop klager alsnog zijn moeder kan ontmoeten (omgekeerd bezoek).

4.4.      Klagers re-integratiebelang in de regio Groningen behoeft, hoewel ook een levenslanggestrafte een perspectief op een toekomstige invrijheidstelling heeft, in dit stadium van klagers detentie niet mee te wegen bij de beslissing waar klager wordt geplaatst. Van verloven in het kader van re-integratie is voorlopig immers geen sprake.

4.5.      Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van

P. de Vries, secretaris, op 29 mei 2018.

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven