Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3171/GB, 26 juni 2018, beroep
Uitspraakdatum:26-06-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         17/3171/GB

 

Betreft:            [klager]            datum: 26 juni 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Polderman, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 3 augustus 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem terug te plaatsen in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, ongegrond verklaard.

 

2.         De feiten

Klager is sedert 26 augustus 2015 gedetineerd. Hij verbleef in de p.i. Vught. Op 31 augustus 2017 is hij overgeplaatst naar het Forensisch Psychiatrisch Centrum de  Woenselse Poort. Klager verblijft thans in de p.i. Vught.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.

De beslissing tot terugplaatsing van klager is onredelijk en onbillijk geweest. De beslissing is onvoldoende gemotiveerd door de selectiefunctionaris en deze heeft het bezwaarschrift ten onrechte ongegrond verklaard. Er is door de selectiefunctionaris niet ingegaan op de aangevoerde gronden. Klager beschikte over een geldbedrag van € 600,00 omdat hij dit geld heeft gekregen vanuit een nabetaling van een Wajong-uitkering van het UWV. De maatschappelijk werkster was hiervan op de hoogte. Klager heeft dit geld gebruikt om het griffierecht en zijn eigen bijdrage te betalen voor bijstand van een raadsman teneinde een procedure te kunnen voeren over de omgang met zijn kind. Tevens heeft klager het geld gebruikt voor een inschrijving bij een relatiebemiddelingsbureau om een partner te kunnen vinden die hem kan bijstaan in zijn resocialisatietraject en waarmee hij een duurzame relatie kan aangaan. Klager ontkent dat een bij de beoordeling betrokken aangetroffen briefje van hem is en hij is overigens van oordeel dat dit geen reden kan zijn tot overplaatsing.

Namens klager is verzocht om een tegemoetkoming.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.

Klager is bij besluit van 12 april 2017 onder een aantal voorwaarden in de Woenselse Poort geplaatst. Uit het selectieadvies van 3 augustus 2017 blijkt dat er diverse bevindingen zijn geweest waarover aan klager vragen zijn gesteld. Klager wil over de bevindingen geen openheid geven. Na overleg met zijn raadsman heeft klager aangegeven te willen zwijgen over de vragen die hem zijn gesteld. De bevindingen zijn in strijd met de gestelde voorwaarden tot plaatsing in de Woenselse Poort. Het besluit van de selectiefunctionaris is dan ook niet onredelijk of onbillijk. Tevens is klager bij besluit van 29 augustus 2017 opnieuw geselecteerd voor de Woenselse Poort waar hij op 31 augustus 2017 is geplaatst. Op grond van deze inlichtingen dient het beroep ongegrond verklaard te worden. Er is geen aanleiding voor een tegemoetkoming. 

4.         De beoordeling

4.1.      Hoewel klager opnieuw geselecteerd is voor de Woenselse Poort, en op 31 augustus 2017 is overgeplaatst, zal de beroepscommissie het beroep inhoudelijk behandelen nu namens klager is verzocht om een financiële tegemoetkoming.

4.2.      De namens klager aangevoerde gronden van beroep volstaan met ontkenning van hetgeen de selectiefunctionaris heeft aangevoerd. De selectiefunctionaris heeft de beslissing evenwel beargumenteerd met verwijzing naar omstandigheden waarvoor in het selectieadvies d.d. 3 augustus 2017 diverse aanwijzingen zijn. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Overigens is klager vrij snel na indiening van zijn beroep opnieuw overgeplaatst naar de Woenselse Poort. Gelet op het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 26 juni 2018.

 

 

 

 

 

 

secretaris                                                        voorzitter

 

 

Naar boven