Nummer: 17/3064/GB
Betreft: [klager] datum: 26 juni 2018
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.P.R. Broers, namens
[…], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 6 september 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de penitentiaire inrichting (p.i). Ter Apel ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 10 mei 2014 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de
p.i. Krimpen aan den IJssel. Op 10 augustus 2017 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Ter Apel, een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen als bedoeld in artikel 20b, tweede lid onder a, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling), waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager stelt dat niet valt uit te sluiten dat in andere inrichtingen ook strafrechtelijke gedetineerde vreemdelingen verblijven. De stelling van de selectiefunctionaris dat klager enkel in de p.i. Ter Apel kan verblijven, acht klager dan ook onjuist. Klager stelt dat de status van vreemdeling mogelijk zal komen te vervallen, nu hij sinds zeer jonge leeftijd in Nederland woonachtig is, en hij enkel de Nederlandse taal spreekt. Voorts is de VI-datum gesteld op 28 november 2018. Voorts stelt klager dat hij in zijn belangen is geschaad door de overplaatsing naar de p.i. Ter Apel. Zijn familie is woonachtig in de regio Rotterdam en zij kunnen hem niet bezoeken wegens de moeilijke bereikbaarheid van de p.i. Ter Apel, de hoge reiskosten en de lange reisduur.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 7 augustus 2017 is door de directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel een selectieadvies opgesteld. Hieruit komt naar voren dat klager geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft. De selectiefunctionaris heeft ten aanzien van de plaatsing van gedetineerde vreemdelingen slechts één keuze, de p.i. in Ter Apel. In de p.i.
Ter Apel verblijven meerdere gedetineerden voor wie het moeilijk is om bezoek te ontvangen. Er bestaat de mogelijkheid om middels Skype contact te kunnen hebben met familieleden. Voorts is het in de p.i. Ter Apel fysiek wel mogelijk om bezoek te ontvangen. Klager wordt in zijn belangen dan ook niet geschaad. Met betrekking tot hetgeen is aangevoerd over de status van klager als vreemdeling, heeft deze procedure geen schorsende werking op de plaatsing in de p.i. Ter Apel.
4. De beoordeling
4.1. Klager heeft, na de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, geen rechtmatig verblijf in Nederland. Gelet daarop komt klager in beginsel in aanmerking voor plaatsing in een inrichting bestemd voor de opneming van strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. De p.i. Ter Apel is bestemd voor opname van gedetineerden met een strafrestant van meer dan vier maanden en is een inrichting waarin de detentie mede dienstbaar wordt gemaakt aan de voorbereidingen op het vertrek uit Nederland. De VI-datum van klagers detentie is gesteld op 28 november 2018. Klager voldoet dus aan de vereisten voor opname in de p.i. Ter Apel.
4.2. Voor zover klager stelt dat sprake is van bijzondere omstandigheden, omdat zijn familie niet in staat is hem te bezoeken, heeft hij onvoldoende feitelijk onderbouwd dat zijn familie niet in staat is hem in de p.i. Ter Apel te bezoeken.
4.3. De selectiefunctionaris heeft zich dan ook in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat niet gebleken is van bijzondere omstandigheden die een uitzondering op het plaatsingsbeleid kunnen rechtvaardigen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 26 juni 2018.
secretaris voorzitter