Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2818/GB, 29 mei 2018, beroep
Uitspraakdatum:30-05-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

nummer:         17/2818/GB

 

Betreft:            […]      datum: 29 mei 2018

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.T. van Rhijn, namens

 

[…], verder te noemen klager,

 

gericht tegen een op 16 augustus 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de ISD-afdeling van de penitentiaire inrichting (p.i.) Achterhoek te Zutphen.

 

2.         De feiten

Klager is sedert 3 augustus 2015 gedetineerd. Hij verbleef in de ISD-afdeling van de p.i. Nieuwegein. Op 28 juni 2017 is hij overgeplaatst naar de ISD-afdeling van de p.i. Achterhoek.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is op 30 juni 2017 geplaatst op een reguliere afdeling in de gevangenis van de p.i. Achterhoek. Hij had van deze overplaatsing geen beschikking ontvangen en is hierover niet gehoord. Hij heeft niet op een politiebureau verbleven, maar heeft zich vrijwillig gemeld bij de p.i. Nieuwegein. De registratiekaart is op dit punt foutief. De beslissing berust daarom niet op goede gronden. Op 12 juli 2017 is klager op zijn verzoek geplaatst op een ISD-afdeling. Klager had niet in een regulier gevangenisregime geplaatst moeten worden. Dat hij inmiddels wel op een ISD-afdeling is geplaatst, betekent dat hij niet alleen ontvankelijk is, maar dat het bezwaar ook gegrond is. Klager is bovendien van fase 4 naar fase 0 teruggeplaatst vanwege een incident waarvan de beklagrechter heeft geoordeeld dat klager te dien aanzien geen blaam treft. Klager had zijn ISD-traject dus in fase 4 moeten hervatten.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. In de p.i. Nieuwegein was een onwerkbare situatie ontstaan. Dat klagers klacht gegrond was verklaard, maakt dit niet anders. Klagers verblijf in de extramurale fase van het ISD-traject is op 23 juni 2017 om diverse redenen beëindigd. Daartegen is geen bezwaar ingesteld. Intramurale fasering is aan de directeur van de inrichting en niet aan de selectiefunctionaris.

 

4.         De beoordeling

4.1.      De ISD-afdeling van de p.i. Achterhoek is een inrichting voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2.      Klager, aan wie een ISD-maatregel is opgelegd, kan in een ISD-afdeling met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3.      Klager is bij beslissing van 23 juni 2017 vanuit de extramurale fase van het ISD-traject geplaatst in de ISD-afdeling van de p.i. Nieuwegein. Bij beslissing van

28 juni 2017 is klager overgeplaatst naar de ISD-afdeling van de p.i. Achterhoek. Klager heeft vervolgens – zo begrijpt de beroepscommissie – van 30 juni 2017 tot 12 juli 2017 in een regulier gevangenisregime verbleven in afwachting van de realisatie van zijn overplaatsing naar de ISD-afdeling. Klager is evenwel niet op grond van een beslissing van de selectiefunctionaris in een regulier gevangenisregime geplaatst. Zijn plaatsing c.q. feitelijke verblijf aldaar maakte immers geen onderdeel uit van de beslissing d.d. 28 juni 2017. Dit betekent enerzijds dat klagers verblijf in het reguliere gevangenisregime thans niet aan het oordeel van de beroepscommissie is onderworpen en anderzijds dat klagers feitelijke plaatsing in de ISD-afdeling per 12 juli 2017 niet betekende dat klagers klacht niet meer inhoudelijk behandeld had moeten worden.

4.4.      Nu de selectiefunctionaris in de bestreden beslissing inhoudelijk is ingegaan op klagers bezwaar, leest de beroepscommissie deze beslissing zo dat het bezwaar ongegrond is verklaard.

4.5.      Uit de beslissing d.d. 28 juni 2017 komt onder meer naar voren dat rond klager onrust was ontstaan in de p.i. Nieuwegein vanwege een incident. Om die reden is klager overgeplaatst naar de p.i. Achterhoek. De beroepscommissie acht deze beslissing niet zonder meer onredelijk of onbillijk. Van enige omstandigheid die dit oordeel anders maakt is niet gebleken.

4.6.      De raadsman heeft betoogd dat klager bij zijn overplaatsing in fase 4 van het ISD-traject had moeten starten (de extramurale fase). Wat hier ook van zij, de beroepscommissie gaat hieraan voorbij, nu tot de terugplaatsing naar de intramurale fase van het ISD-traject al op 23 juni 2017 is beslist (tegen welke beslissing geen bezwaar is gemaakt) en de beslissing d.d. 28 juni 2017 hierop geen betrekking had.

4.7.      Gelet op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke,

voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van

P. de Vries, secretaris, op 29 mei 2018.

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven