Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 18/0717/SGA, 17 april 2018, schorsing
Uitspraakdatum:17-04-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

DBT  v

Nummer          : 18/717/SGA

Betreft : [verzoeker]    datum: 17 april 2018

 

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. E.A. Blok, namens […], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen te Alphen aan den Rijn.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 30 maart 2018, inhoudende de terugplaatsing van verzoeker naar het basisprogramma.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 4 april 2018 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 16 april 2018.

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing.

Ingevolge artikel 1e, aanhef en onder b, van de Regeling, selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) zijn uitgesloten van promotie of het plusprogramma gedetineerden die vervolgd worden voor het in detentie plegen dan wel medeplegen van misdrijven.

Vast staat dat verzoeker op 12 februari 2018 is aangehouden door de politie omdat hij onderdak aanbood aan een voortvluchtige. Hiermee is hij in een verdachte situatie terechtgekomen die verder onderzocht wordt. Het Openbaar Ministerie heeft aangegeven dat de zaak op basis van de huidige gegevens nog niet afgedaan kan worden. Gelet op het vorenstaande is er sprake van een verdenking jegens verzoeker die thans wordt onderzocht en is er (nog) geen sprake van een vervolging.  De situatie als bedoeld in artikel 1e, aanhef en onder b, van de Regeling doet zich thans dus niet voor.

Teneinde te voorkomen dat een gedetineerde op een incidentele gedraging wordt beoordeeld, dient de directeur naast de feiten en omstandigheden van het ongewenste gedrag, mee te wegen het structurele gedrag van de betrokken gedetineerde, waarin alle

onderdelen van goed gedrag worden meegenomen. Aan de beslissing tot degradatie legt de directeur alleen de verdenking van een strafbaar feit ten grondslag. Van een nadere afweging zoals hiervoor bedoeld, blijkt niet. Daarom is de bestreden beslissing onvoldoende onderbouwd en komt het schorsingsverzoek voor toewijzing in aanmerking.

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 17 april 2018

                  

                                                                           

 

secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven