Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 18/0857/SJA, 3 mei 2018, schorsing
Uitspraakdatum:03-05-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : 18/857/SJA

Betreft : [verzoeker]    datum: 3 mei 2018

 

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen(Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. B.A.C. van Tuinen, namens […], verder verzoeker te noemen, thans verblijvende in de justitiële jeugdinrichting  (j.j.i.) Het Keerpunt te Cadier en Keer.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 71, eerste lid, Bjj, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 30 april 2018, inhoudende de verlenging van de tijdelijke overplaatsing naar j.j.i. Het Keerpunt vanaf 30 april 2018, 17.00 uur, tot en met 14 mei 2018, 17.00 uur.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het ongedateerde klaagschrift alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van voormelde inrichting van 2 mei 2018.

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend zodanig onredelijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Verzoeker ontkent met klem dat hij betrokken zou zijn geweest bij de mishandeling van een groepsgenoot. Hem is aangegeven dat de overplaatsing twee weken zou gaan duren. Verzoeker is teleurgesteld dat de tijdelijke overplaatsing is verlengd. Ook andere jongeren zijn tijdelijk overgeplaatst. Hij is erg tevreden over de wijze hoe hij in j.j.i. Den Hey-Acker werd behandeld. Niet valt in te zien dat het team voor het voorbereiden van herstelgesprekken meer dan veertien dagen nodig heeft. Voor het voeren van overleg met verzoeker is het beter dat hij in Breda verblijft. Niet valt in te zien dat er geen andere en minder ingrijpende maatregelen opgelegd zouden kunnen worden.

De directeur heeft aangevoerd dat de tijdelijke overplaatsing in beginsel twee weken zou duren maar dat er tijdens een intern onderzoek is gebleken dat er meer zaken binnen de groep jongeren speelden waar de mishandeling wellicht een symptoom van was en dat  hierop zal worden ingegrepen. Dit heeft voorbereidingstijd nodig van het team en ook verzoeker heeft de vraag gekregen om zich hier op voor te bereiden. De tijdelijke overplaatsing is om die reden verlengd voor een uiterlijke termijn van veertien dagen. Waar mogelijk zal verzoeker eerder terugkeren naar j.j.i. Den Hey-Acker.

Gelet op voormelde inlichtingen van de directeur die onder meer inhouden dat nog voorbereiding nodig is om verzoeker, zo mogelijk binnen een termijn van veertien dagen, te laten terugkeren naar j.j.i. Den Hey-Acker is dit - naar het voorlopig oordeel van de voorzitter - in de gegeven situatie niet onredelijk en is er geen reden is om de tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur thans te schorsen.
 

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

 

Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Iedema, voorzitter, in tegenwoordigheid van

mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 3 mei 2018.

 

              

            secretaris                                            voorzitter

 

Naar boven