Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 18/1007/SGA, 29 mei 2018, schorsing
Uitspraakdatum:29-05-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

                    

              

Nummer          : 18/1007/SGA

Betreft : [verzoeker]    datum: 29 mei 2018

 

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. J.C. Duin, namens […], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Sittard.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 22 mei 2018, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf, inhoudende plaatsing in een afzonderingscel voor de duur van zeven dagen ingaande op 22 mei 2018 op een onbekend tijdstip en eindigend op 29 mei 2018 op een onbekend tijdstip,  wegens de herhaalde weigering mee te werken aan plaatsing in een meerpersoonscel (mpc).

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 23 mei 2018, van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 25 mei 2018.

Op een verzoek van de voorzitter van 28 mei 2018 om nadere inlichtingen heeft de directeur niet gereageerd. 

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

De directeur heeft ondanks een verzoek daartoe verzuimd om de bestreden beslissing en het daaraan voorafgaande schriftelijk verslag toe te zenden.

Zonder deze stukken kan de voorzitter niet beoordelen of is voldaan aan de vormvoorschriften genoemd in artikel 58 van de Pbw. Bij deze stand van zaken houdt de voorzitter het er voor dat deze voorschriften niet (alle) zijn nageleefd.

Gelet op het vorenstaande zijn er termen aanwezig voor toewijzing van het verzoek.

2.     De uitspraak   

De directeur wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J. Warntjes, secretaris, op 29 mei 2018.

                             

secretaris                                                                    voorzitter

 

Naar boven