Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-57, 5 maart 2018, beroep
Uitspraakdatum:05-03-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-57

Betreft:            [klager]            datum: 5 maart 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door [vrouw van klager], namens …], verder te noemen klager, gericht tegen een mededeling van de selectiefunctionaris van 28 december 2017, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klager medegedeeld dat hij de kerstdagen niet thuis kan doorbrengen en zijn opgelegde gevangenisstraf ook niet door middel van elektronische detentie kan uitzitten omdat elektronische detentie per 1 juli 2010 is afgeschaft.

2.         De feiten

Op 19 oktober 2017 is klager opgeroepen zich op 17 november 2017 te melden in de gevangenis van de locatie Sittard voor het ondergaan van vier maanden gevangenisstraf. Op 24 en 25 oktober 2017 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 9 november 2017 ongegrond is verklaard. Tegen de beslissing op bezwaar van 9 november 2017 heeft klager beroep ingesteld bij de beroepscommissie dat op 16 november 2017 ongegrond is verklaard. Klager heeft zich niet gemeld en heeft daarmee zijn status als zelfmelder verloren. Klager is op 21 november 2017 gearresteerd en geplaatst in de locatie Sittard. Na voornoemde uitspraak van de beroepscommissie heeft klager correspondentie naar de selectiefunctionaris gestuurd omdat klager de kerstdagen thuis wilde doorbrengen en de opgelegde gevangenisstraf door middel van elektronische detentie wilde ondergaan. Op 6 februari 2018 is klager overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Roermond.

3.         Ontvankelijkheid

Voorzover klager met zijn beroepschrift zijn klacht wil voorleggen over de te late behandeling van zijn verzoek om de kerstdagen thuis te mogen doorbrengen oordeelt de beroepscommissie dat een dergelijke klacht geen betrekking heeft op een bestreden beslissing van de selectiefunctionaris en niet aan de beroepscommissie kan worden voorgelegd. Het bericht waarmee de selectiefunctionaris op het verzoek om elektronische detentie heeft gereageerd met de mededeling dat een vorm van elektronische detentie zoals door klager gewenst niet meer bestaat is niet vatbaar voor beroep in de zin van artikel 72 en 73 van de Pbw aangezien het hier niet gaat om een beslissing maar om een mededeling van een feitelijk gegeven.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke,

voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 5 maart 2018

                         

        

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven