Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3261/GA, 1 juni 2018, beroep
Uitspraakdatum:01-06-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          17/3261/GA

betreft: [klager]            datum: 1 juni 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel, gericht tegen een uitspraak van 21 september 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 december 2017, gehouden in de locatie Lelystad bij de p.i. Flevoland, is gehoord mevrouw […], juridisch medewerker bij de p.i. Ter Apel. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Klager beklaagt zich erover dat hij niet alle producten van zijn winkelbestelling en vervolgens ook geen herstelboodschappen ontving (Ta 2017-000228).

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en een tegemoetkoming van €5,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van de directeur en klager

Namens de directeur is in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Sinds 1 juli 2017 wordt geen gebruik meer gemaakt van de inrichtingswinkel, maar wordt gewerkt met een nieuw winkelsysteem van Inmade. Producten kunnen besteld worden bij een landelijk aangestuurde winkel in de p.i. Almelo. Dat systeem werkt niet optimaal, waardoor van alles misgaat met de levering van bestelde boodschappen. Zo ook op 13 juli 2017. Dit heeft verschillende oorzaken waar de p.i. niets aan kan doen. Zo werken de koelsystemen in de vrachtauto’s die de goederen vervoeren niet. Hierdoor komen de goederen bedorven aan. Ook zijn er nog geen IPads voor het doen van de bestellingen, terwijl dat wel nodig is voor het systeem. De problemen met de leveringen zorgen iedere donderdag voor problemen binnen de p.i. De inrichting verrichtte de nodige inspanning om het belang van tijdige en juiste levering van de boodschappen te kunnen waarborgen en de orde en de veiligheid binnen de p.i. te waarborgen. Er zijn correctieformulieren ingevuld en teruggestuurd naar de p.i. Almelo. Ieder weekend wordt er een bedrag van €1.000,= beschikbaar gesteld, waarvan medewerkers van de p.i. ieder weekend de niet juist geleverde producten inkopen bij de Jumbo. De rekeningen worden doorgestuurd naar de p.i. Almelo. De eerste €1.000,= die beschikbaar gesteld werd is echter gefinancierd door de p.i. zelf. Dat de p.i. geld beschikbaar stelt betekent niet dat de p.i. ook de verantwoordelijkheid voor de landelijke winkel op zich neemt. Zij proberen enkel om de orde en veiligheid te handhaven. De niet binnengekomen boodschappen zijn niet in rekening gebracht bij de gedetineerden en ze hebben ook niet betaald voor de naderhand opgehaalde boodschappen. Gelet op de hoeveelheid boodschappen die op 13 juli 2017 niet geleverd werden is het niet mogelijk om nog te achterhalen of klager wel of niet zijn boodschappen geleverd kreeg. Klager gaf bovendien niet precies aan welke producten hij niet ontving.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

 

3.         De beoordeling

Op grond van artikel 44, vijfde lid, van de Pbw draagt de directeur de zorg voor regels omtrent de aankoop door gedetineerden van andere gebruiksartikelen dan die door de directeur ter beschikking worden gesteld. Hierover kunnen nadere regels worden opgenomen in de huisregels. In art. 3.7 van de huisregels van de p.i. Ter Apel is bepaald dat gedetineerden eenmaal per week in de gelegenheid worden gesteld via de inrichtingswinkel gebruiksartikelen en etenswaren te kopen. Uit de rechtspraak van de beroepscommissie blijkt dat de directeur er zorg voor dient te dragen dat leveringen vanuit de inrichtingswinkel op adequate wijze door diens personeel worden uitgevoerd (RSJ 8 augustus 2017, 17/0382/GA).

Uit de beschikbare informatie maakt de beroepscommissie op dat sinds juli 2017 de gedetineerden van de p.i. producten kunnen bestellen bij een landelijk aangestuurde winkel in de p.i. Almelo. Uit de uitspraak van de beroepscommissie RSJ van 26 maart 2018, 17/2842/GA volgt dat de zorgplicht van de directeur ook met betrekking tot het landelijk systeem zo ver draagt dat over het niet of niet goed uitvoeren van leveringen vanuit de landelijke winkel kan worden geklaagd, zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw.

Vast staat dat de bestellingen gedaan bij de landelijke winkel vaak niet goed gaan. De gedetineerden krijgen bestelde producten niet of deze zijn bedorven bij de levering. De leveringen gaan niet goed door een niet werkende koeling in de vrachtwagens en nog niet beschikbare IPads die gebruikt moeten worden bij het kunnen doen van bestellingen. Om de rust te bewaren en de gedetineerden tegemoet te komen heeft de directie allerlei acties ondernomen. De directie bood een oplossing voor het leveringsgebrek door geld beschikbaar te stellen voor de niet geleverde goederen en die wekelijks zelf in te laten kopen door p.i.w.-‘ers. Klager hoefde niet te betalen voor de niet geleverde spullen en ook niet voor de door de p.i. zelf ingekochte goederen. De beroepscommissie is gelet op het voorgaande van oordeel dat de directeur zich voldoende heeft ingespannen om aan zijn zorgplicht te voldoen en de schade op een adequate wijze te herstellen.

Het beroep wordt dan ook gegrond verklaard.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, J. Schagen MA en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.G. Dekker, secretaris, op 1 juni 2018

 

 

 

           

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven