Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1498/GB, 10 september 2003, beroep
Uitspraakdatum:10-09-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/1498/GB

Betreft: [klager] datum: 10 september 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 1 juli 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1962], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 juni 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar unit 4 BIBA te Den Haag niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 17 februari 2000 gedetineerd. Na een verblijf in verschillende huizen van bewaring is hij op 12 september 2001 geplaatst in de gevangenis-unit van de locatie De IJssel te Krimpen aan den IJssel, een inrichtingmet een regime van algehele gemeenschap. Vanuit deze inrichting is hij op 4 februari 2003 overgeplaatst naar de gevangenis voor beperkt gemeenschaps geschikten Nieuw Vosseveld, een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap.Op 10 juni 2003 is hij vervolgens overgeplaatst naar unit 4 BIBA te Den Haag, een inrichting met een individueel regime en een uitgebreid beveiligingsniveau.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van zeven jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 25 mei 2001. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 13 oktober 2004. Aansluitenddient hij eventueel vijf dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
In de BIBA krijgt klager geen verlof. Daarom is hij het niet eens met de beslissing hem in deze inrichting te plaatsen. Hij wil worden overgeplaatst naar de gevangenis Zoetermeer waar hij wel verlof kan genieten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Volgens de selectiefunctionaris stelt klager beroep in tegen de beslissing hem niet over te plaatsen naar de gevangenis Zoetermeer. De selectiefunctionaris heeft geen verzoek tot overplaatsing naar Zoetermeer van klager ontvangen,laat staan dat hij een dergelijk verzoek zou hebben afgewezen. De selectiefunctionaris is dan ook van oordeel dat klager niet-ontvankelijk in zijn beroep moet worden verklaard.
Overigens merkt de selectiefunctionaris op dat hij klager op 6 mei 2003 heeft geselecteerd voor unit 4 BIBA te Den Haag. Het op 15 juni 2003 ingestelde bezwaarschrift is op 23 juni 2003 niet-ontvankelijk verklaard wegenstermijnoverschrijding. Tegen deze beslissing is geen beroep ingesteld.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie stelt vast dat klager op 6 mei 2003 is geselecteerd voor unit 4 BIBA te Den Haag, dat klager op 15 juni 2003 bezwaar heeft gemaakt tegen deze beslissing, dat klager op 23 juni 2003 niet-ontvankelijk isverklaard in zijn bezwaarschrift wegens termijnoverschrijding en dat klager op 24 juni 2003 beroep heeft ingesteld. In zijn beroepschrift, een voorbedrukt formulier, heeft hij aangegeven dat zijn verzoek tot overplaatsing naar degevangenis Zoetermeer is afgewezen en dat hij graag verlof wil, maar dat in de BIBA niet krijgt.
De beroepscommissie verstaat klagers beroep aldus dat hij zich niet kan verenigen met de beslissing op zijn bezwaarschrift, gericht tegen de beslissing hem te selecteren voor unit 4 BIBA te Den Haag, en dat hij in zijn beroepschriftbeoogde aan te geven dat hij in plaats van in unit 4 BIBA te Den Haag graag geplaatst zou willen worden in de gevangenis Zoetermeer.

4.2. Artikel 17, tweede lid, juncto artikel 61, vijfde lid, van de Pbw bepaalt dat het bezwaarschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen het bezwaar zich richtwordt ingediend. Een na afloop van deze termijn ingediend bezwaarschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest.

4.3. De beslissing van 6 mei 2003 om klager te selecteren voor unit 4 BIBA is op 16 mei 2003 aan klager uitgereikt. Het bezwaarschrift dateert van 14 juni 2003 en is op 17 juni 2003 op het bureau van de selectiefunctionarissenontvangen. Klager heeft zijn bezwaarschrift derhalve te laat ingediend, terwijl niet is gebleken dat hij niet in verzuim is geweest. De beslissing van de selectiefunctionaris tot het niet-ontvankelijk verklaren van klager in zijnbezwaarschrift is dan ook terecht gegeven.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 10 september 2003

secretaris voorzitter

Naar boven