Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1204/GA, 10 september 2003, beroep
Uitspraakdatum:10-09-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/1204/GA

betreft: [klager] datum: 10 september 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 28 mei 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 26 mei 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet in de gelegenheid worden gesteld een uur per dag te luchten.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Het beklag is ongegrond verklaard, omdat het personeel moet lunchen en zich zou houden aan de 43 uur die de gedetineerden buiten hun celmogen doorbrengen, zij het dat dat in de praktijk geen minuut langer is.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Het beklag richt zich tegen een dagelijkse inkorting van het uur verblijf in de buitenlucht met vijf minuten.
Krachtens artikel 49, derde lid, Pbw draagt de directeur zorg dat de gedetineerde in de gelegenheid wordt gesteld dagelijks ten minste een uur in de buitenlucht te verblijven, terwijl in artikel 3.1 van de Regeling model huisregelspenitentiaire inrichtingen is bepaald dat het recht op dagelijks verblijf in de buitenlucht ten minste een uur netto besteedbare tijd in de buitenlucht inhoudt.
Vast is komen staan dat wegens organisatorische redenen ten gevolge van de in- en uitsluitprocedure klager enkele minuten van het dagprogramma moet missen. Het door klager gestelde verblijf van 55 minuten in de buitenlucht in plaatsvan een vol uur is niet weersproken, zodat aangenomen moet worden dat voornoemde enkele minuten betrekking hebben op het uur luchten. Dit leidt ertoe dat de beroepscommissie het beroep gegrond zal verklaren. Zij acht geen termenaanwezig om klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de beslissing van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 10 september 2003

secretaris voorzitter

Naar boven