Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0944/GA, 28 augustus 2003, beroep
Uitspraakdatum:28-08-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/944/GA

betreft: [klager] datum: 28 augustus 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 22 april 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Rijnmond, locatie De IJssel te Krimpen aan den IJssel,

gericht tegen een uitspraak d.d. 1 april 2003 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 juli 2003, gehouden in de p.i. Amsterdam is gehoord de heer [...], unit-directeur bij voormelde locatie.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in de eigen cel, wegens het voor de tweede keer overtreden van het in de inrichting geldende rookverbod.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard ten aanzien van de duur van de opgelegde disciplinaire straf voor zover deze langer heeft geduurd dan één dag, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In de inrichting geldt een anti-rookbeleid; een rookverbod geldt voor de ruimten buiten de eigen cel. Voor overtreding van het verbod is een sanctiebeleid vastgesteld. Een en ander is nog niet in de huisregels vastgelegd. Momenteelwordt bij de tweede overtreding volstaan met een disciplinaire straf van twee dagen opsluiting in eigen cel. Het onderhavige beklag speelt in de tijd dat een aanvang werd gemaakt met de ontwikkeling van dat anti-rookbeleid. Er istoen, in gevallen als het onderhavige, gekozen voor drie dagen opsluiting in de eigen cel. Reden daarvoor is dat een disciplinaire straf van één dag niet als een realistische straf werd ervaren. De handhaving van het rookverbod zoudan worden gefrustreerd.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beslissing van de directeur om bij een tweede overtreding van het in de inrichting geldende rookbeleid een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in de eigen cel op te leggen, is niet in strijd met een in de inrichtinggeldend wettelijk voorschrift. In de onderhavige zaak is sprake van de invoering van nieuw beleid in de inrichting, waarvan te verwachten viel dat die invoering tot handhavingsproblemen zou kunnen leiden. Gelet daarop kan daaromniet worden gezegd dat de onderhavige beslissing van de directeur, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, onredelijk of onbillijk moet worden geacht. De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom niet in standblijven en het beklag moet alsnog in zijn geheel ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog in zijn geheel ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. C.J.G. Bleichrodt en mr. J. Lamens, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 28 augustus 2003

secretaris voorzitter

Naar boven