Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 18/0614/GB, 14 mei 2018, beroep
Uitspraakdatum:14-05-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         18/614/GB

Betreft:            […]      datum: 14 mei 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 19 maart 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 21 mei 2018 te melden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad ongegrond verklaard.

 

2.         De feiten

Op 26 februari 2018 is klager opgeroepen zich op 21 mei 2018 te melden in de p.i. Lelystad voor het ondergaan van 358 dagen gevangenisstraf. Op 3 maart 2018 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 19 maart 2018 ongegrond is verklaard.

 

3.         De standpunten

3.1.      Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager moest zich aanvankelijk melden op 20 februari 2018. Hij heeft verzocht om uitstel tot 31 juli 2018 vanwege de zorg voor zijn in het buitenland woonachtige vrouw, bij wie recent een ernstige ziekte is geconstateerd, en om te voorkomen dat hij tijdens detentie zijn woning zou verliezen. Om die laatste reden is klager eerst uitstel verleend tot 20 april 2018 en vervolgens tot 21 mei 2018. De advocaat-generaal adviseert nu om niet nogmaals uitstel te verlenen, maar dit is onvoldoende onderbouwd. Het vinden van een onderhuurder is niet gemakkelijk. Klager staat ingeschreven bij enkele bemiddelingsbureaus, maar dit heeft nog niet tot een overeenkomst geleid. Klager heeft slechts vijf maanden uitstel verzocht ten opzichte van de initiële melddatum. Het is onduidelijk welke regels van toepassing zijn en waarom klager dit uitstel niet wordt verleend.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Voorop staat de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. Daarom wordt slechts in uitzonderlijke omstandigheden uitstel verleend. Klager is sinds 17 mei 2017 bekend met de tenuitvoerlegging. Hij heeft dus ruimschoots de gelegenheid gehad om voorzieningen te treffen. Klagers melddatum is thans overigens vastgesteld op 23 mei 2017, omdat het 21 mei 2017 Tweede Pinksterdag is.

 

4.         De beoordeling

4.1.      De p.i. Lelystad is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2.      Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3.      De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie overweegt hiertoe als volgt. Klagers veroordeling is op 19 december 2017 onherroepelijk geworden en hij is op 18 januari 2018 voor het eerst opgeroepen om zich te melden. Klager is dus al geruime tijd bekend met de noodzaak tot tenuitvoerlegging. Nu hem tweemaal uitstel is verleend en hij zich thans op 23 mei 2018 dient te melden, heeft klager voldoende tijd gehad om maatregelen te treffen om de gevolgen van zijn detentie voor wat betreft de zorg voor zijn vrouw en de huur van zijn huis te kunnen ondervangen. De beroepscommissie zal het beroep ongegrond verklaren.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 14 mei 2018.

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven