Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0528/GA, 1 september 2003, beroep
Uitspraakdatum:01-09-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/528/GA

betreft: [klager] datum: 1 september 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 3 maart 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 20 februari 2003 van de beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard, betreffende, voorzover in beroep van belang:
-een verbod op I.C.T.-middelen vanaf 7 november 2002,
-de beslissing van de directeur om bij de uitvoering van voornoemd verbod niet te kiezen voor een zogenaamde uitsterfconstructie, die inhoudt dat de huidige I.C.T.-middelen op cel mogen blijven tot de desbetreffende gedetineerde invrijheid wordt gesteld of overgeplaatst,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 juni 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam, zijn gehoord klager en de heer [...], unit-directeur van de locatie Zuyder Bos.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voorzover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Zij overweegt hierbij in het bijzonder nogdat in de maatschappij het gebruik van een computer door velen dagelijks geschiedt en als onmisbaar wordt gevoeld. In verband hiermee ligt het voor de hand dat ook voor gedetineerden in penitentiaire inrichtingen de mogelijkheidbestaat om van een enigszins geavanceerde computer gebruik te maken. Dit betekent nog niet zonder meer dat de noodzaak bestaat een persoonlijke computer op cel te hebben. In de inrichting zijn buiten de cel voor gedetineerdencomputers beschikbaar. De omstandigheid dat de in de inrichting aanwezige computers niet voortdurend voor alle gedetineerden beschikbaar zijn en nogal eens niet aan de modernste eisen (de ontwikkelingen in dit opzicht gaan zeersnel) voldoen, maakt dit niet anders. Het vanwege het Ministerie van Justitie in augustus 2002 afgekondigde verbod voor een computer op cel is niet in strijd met de wet. Het staat een directeur van een inrichting niet vrij om ditverbod naast zich neer te leggen. De beslissing van de directeur om het afgekondigde verbod uit te voeren is bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet onredelijk of onbillijk.
Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. M. Kooyman en mr. drs. A. Rook, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 1 september 2003

secretaris voorzitter

Naar boven