Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3365/GA, 17 april 2018, beroep
Uitspraakdatum:17-04-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/3365/GA

betreft: [klager]            datum: 17 april 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 september 2017 van de beklagcommissie bij de locatie Roermond, betreffende:

a. de omstandigheid dat de inrichting niet voortvarend heeft beslist op klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof (R-2017-000137 en R-2017-000140); en
b. het voornemen om aan klagers verlof zeer beperkende bijzondere voorwaarden te verbinden (R-2017-000146),

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagcommissie heeft klacht a. ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in klacht b., op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van bovengenoemde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsvrouw mr. F.L.C. Schoolderman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De beoordeling

Klager wenst in de gelegenheid te worden gesteld het beroep nader mondeling toe te lichten. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, nu zij zich op basis van de stukken voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen.

Ten aanzien van klacht a. overweegt de beroepscommissie het volgende. Vaststaat dat klager op 8 mei 2017 een verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof heeft ingediend voor 30 juni 2017 dan wel 7 juli 2017 voor de duur van zestig uur. Uit de inlichtingen van de directeur volgt dat op 9 mei 2017 ter goedkeuring van het door klager opgegeven verlofadres de politie en de bewoner van dat adres zijn aangeschreven. Naar aanleiding van verontrustende signalen omtrent de verhoudingen tussen klager, zijn ex-vrouw en zijn kinderen heeft op 28 juni 2017 een gesprek met klager, zijn casemanager en een medewerker van Veilig Thuis plaatsgevonden. In afwachting van de uitkomst van dit gesprek heeft het multidisciplinair overleg op 4 juli 2017 ten aanzien van klagers verlofaanvraag geadviseerd. Op 10 juli 2017 heeft klager een nieuw verlofadres aangedragen en te kennen gegeven met elektronisch toezicht in te stemmen. Klager is op 13 juli 2017 schriftelijk bericht dat de verlofaanvraag wordt aangehouden tot alle rapportages zijn ontvangen. Ook is hem medegedeeld dat de vrijhedencommissie, in afwachting van het advies van de reclassering omtrent elektronisch toezicht, ten aanzien van klagers verlofaanvraag zal adviseren en dat de politie is verzocht het nieuwe verlofadres te verifiëren. Klagers verzoek om algemeen verlof is toegewezen voor 28 juli 2017 voor de duur van zestig uur, onder de oplegging van de bijzondere voorwaarden van (onder meer) een gebiedsverbod en een contactverbod . Deze beslissing is op 25 juli 2017 aan klager uitgereikt.

Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de beroepscommissie niet gebleken dat de directeur met betrekking tot klagers verlofaanvraag onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. De beroepscommissie zal het beroep derhalve ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen.

Hetgeen ten aanzien van klacht b. is aangevoerd kan niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

 

2.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake klacht a. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake klacht b. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van M.G. Bikker, secretaris, op 17 april 2018

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven