Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3152/GB, 19 december 2016, beroep
Uitspraakdatum:19-12-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         16/3152/GB

Betreft:            [klager]            datum: 19 december 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Serrarens, namens  […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 13 september 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsvrouw, op 18 november 2016 door twee leden van de Raad gehoord. Tevens zijn gehoord mevrouw mr. C.M. Bitter, landsadvocaat, […], selectiefunctionaris, […], juridisch adviseur bij de Dienst Justitiële Inrichtingen, en […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. Van hetgeen partijen naar voren hebben gebracht, is een verslag opgemaakt. Dat verslag is aan klager, zijn raadsvrouw, de selectiefunctionaris en de landsadvocaat gestuurd.

Op 13 december 2016 is van klagers raadsvrouw een reactie op het verslag ontvangen. Een kopie hiervan is gestuurd aan de selectiefunctionaris en de landsadvocaat.

Op 14 november 2016 heeft klagers raadsvrouw de beroepscommissie verzocht D, voormalig vestigingsdirecteur van de locatie Zuyder Bos, als getuige te horen. Op 16 november 2016 heeft de landsadvocaat haar standpunt ten aanzien van dit verzoek kenbaar gemaakt. Op 17 november 2016 heeft klagers raadsvrouw op het standpunt van de landsadvocaat gereageerd. Op 16 november 2016 is van D. een schrijven ontvangen.

Op 15 november 2016 heeft klagers raadsvrouw nadere stukken aan de beroepscommissie gestuurd.

Voormelde stukken zijn aan partijen verzonden.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de locatie De Schie te Rotterdam ongegrond verklaard.

 

2.         De feiten

Klager is veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Hij is sedert 27 maart 1998 gedetineerd. Klager heeft van 6 september 2013 tot en met 1 juni 2015 verbleven in de locatie Norgerhaven. Op 2 juni 2015 is hij overgeplaatst naar de locatie Zuyder Bos. Hij verblijft sinds 8 augustus 2016 in de locatie De Schie.

 

3.         De standpunten

3.1       Namens klager is het beroep schriftelijk als volgt - samengevat - toegelicht.

Uit het schriftelijk verslag van 23 juli 2016 en het meldingsrapport van het afdelingshoofd van 26 juli 2016 blijkt dat klager tijdens het luchten op 23 juli 2016 niets dreigends heeft gezegd tegen het dienstdoende personeel. In het schriftelijk verslag van 23 juli 2016 is vermeld dat klagers houding valt te omschrijven als bedreigend. Uit niets blijkt waarop deze beleving is gebaseerd. In het rapport van de wachtcommandant van 23 juli 2016 is vermeld dat gedetineerden desgevraagd hebben geweigerd naar binnen te gaan. Dat is niet juist. Verwezen wordt naar een verklaring van een humanistisch raadsman van 28 juli 2016 die op de luchtplaats aanwezig was. Klager was tijdens het luchten aan het werk in de tuin. Hij begreep op een zeker moment dat een discussie over het afbreken van het luchten tussen personeel en gedetineerden gaande was. Toen klager merkte dat de vliegtuigjes de oorzaak van de commotie waren, heeft hij voorgesteld dat hij (alleen) naar binnen zou gaan. Daarop is niet gereageerd. Klagers raadsvrouw verzoekt de beroepscommissie de rapporteurs van voormelde rapportages en personeelslid C. als getuigen te horen.

Bij de inrichting was tevoren bekend dat een ludieke actie met vliegtuigjes zou plaatsvinden. D. had hierover in de ochtend van 23 juli 2016 een twitterbericht verspreid. Klager heeft de actie tevoren gedeeld met personeel, een humanistisch raadsman en een aantal gedetineerden.

Klager voelt zich veelvuldig geprovoceerd en getreiterd door personeel. Zo heeft een personeelslid klager in een kippenhok opgesloten en heeft een personeelslid tegen een kip geschopt. Op aanraden van een van zijn advocaten heeft klager besloten niet meer in gesprek te gaan met de personeelsleden die hem treiterden. Hij volgt echter wel altijd instructies op, ongeacht of hij het daarmee eens is en ongeacht wie de instructies geeft. Na enige tijd zei het afdelingshoofd tegen klager dat hij voortaan kwesties moest voorleggen aan zijn mentor. Daarna is de relatie tussen klager en het afdelingshoofd bekoeld. Het personeel heeft klager en medegedetineerden tegen elkaar opgezet en uitgespeeld.

Bij klager is geen sprake van veiligheidsrisico’s. Een veiligheidsrisico in de inrichting is de invoer van contrabande. Klager heeft daarvoor oplossingen aangedragen in gesprekken met personeel.

Door en namens klager is op 18 november 2016 mondeling nog het volgende - samengevat en zakelijk weergegeven - aangevoerd. 

Het horen van D. als getuige is van belang voor de beoordeling van het beroep. D. kan verklaren dat hem is geïnstrueerd niet uit te voeren wat gedetineerden was beloofd, te weten het creëren van een soortgelijke afdeling in de locatie Zuyder Bos als in de locatie Norgerhaven. Hij kan bevestigen dat het vliegtuigincident vooraf bij de inrichting bekend was. Ook kan hij verklaren dat de oorzaak van de verstoorde relatie tussen klager en personeel en/of gedetineerden niet is gelegen in klagers gedrag.

Klager heeft tijdens het vliegtuigincident niet de instructie gekregen naar binnen te gaan. Klagers raadsvrouw heeft medegedetineerden gevraagd of het klopt dat zij desgevraagd hebben geweigerd naar binnen te gaan uit angst voor klager, zoals is vermeld in het meldingsrapport van het afdelingshoofd van 26 juli 2016. De medegedetineerden hebben tegen de raadsvrouw gezegd dat deze passage in het meldingsrapport niet klopt.

De stelling van de selectiefunctionaris dat klager in eerdere inrichtingen steeds een verstoorde relatie met personeel en/of gedetineerden heeft gehad, klopt niet. Uit de selectieadviezen blijkt alleen dat klager voor zijn rechten opkomt. Hij heeft zich altijd correct gedragen. Hij is nooit gedegradeerd naar het basisprogramma. Hij heeft in de locatie Zuyder Bos één keer de kleur ‘oranje’ toegekend gekregen. Het personeel was het daarmee niet eens; dit was een persoonlijke actie van het afdelingshoofd.

Klager heeft geen toegang tot het internet en hij is niet in het bezit van foto’s van personeel. De foto’s en namen van personeel stonden al op het internet, toen klager binnenkwam in de locatie Zuyder Bos. Klager ontkent dat hij hiermee iets te maken heeft.

Klager verliest door zijn overplaatsing een verblijf op een bijzondere afdeling. Klager verblijft thans in de locatie De Schie op een reguliere afdeling. De afdeling is groot en rumoerig. Dat vindt klager niet prettig en daarom verblijft hij veelal op cel.

Mocht de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren, dan vraagt klagers raadsvrouw subsidiair te bepalen dat klager in de locatie De Schie dezelfde faciliteiten dient te krijgen als hij in de locatie Zuyder Bos had.

Van klagers raadsvrouw is op 13 december 2016 een reactie op het verslag van het verhandelde ter zitting van 18 november 2016 ontvangen. Hierin is vermeld dat klager voorafgaand aan zijn overplaatsing alleen nog functioneel sprak met het afdelingshoofd. Klager voerde geen sociale gesprekken meer met haar. Er was maar één bewaarder met wie klager niet meer sprak. Bij het personeel was bekend dat een van de vliegtuigjes werd bestuurd door een bewaarder van een andere inrichting. Dit was een van de redenen waarom geen alarm is geslagen, toen de vliegtuigjes overvlogen.

 

3.2       Namens de selectiefunctionaris is de bestreden beslissing schriftelijk als volgt - samengevat - toegelicht.

De grondslag van de bestreden beslissing is de verstoorde verhouding tussen klager en, met name, het personeel van de locatie Zuyder Bos, waardoor de orde, rust en veiligheid binnen de inrichting werden bedreigd. Uit de selectieadviezen valt op te maken dat in de inrichting waar klager verblijft telkens een verstoorde relatie ontstaat tussen klager en het personeel en/of gedetineerden. Klager probeert binnen een afdeling zoveel mogelijk macht te verkrijgen en privileges te verwerven en hij probeert zaken af te dwingen. Het gedrag van klager in de locatie Zuyder Bos sluit hierbij aan. Klager weigert met bepaalde personeelsleden te spreken, laat zich op een kwetsende manier uit over personeel en hij beïnvloedt als leider van de afdeling het gedrag van gedetineerden en hun houding ten opzichte van het personeel.

Op 23 juli 2016 vlogen tijdens het luchten herhaaldelijk en steeds lager twee kleine vliegtuigen over de locatie Zuyder Bos. Een van de vliegtuigen had een banner met daarop de tekst “Free […] now”. De lezing die klager geeft aan de gang van zaken tijdens het luchten, vindt geen steun in enig ander stuk. Uit de door personeel opgemaakte rapportages volgt dat klager van te voren kenbaar heeft gemaakt dat tijdens het luchten iets zou gebeuren, dat daarom meer gedetineerden dan gebruikelijk aanwezig waren tijdens het luchten, dat alle gedetineerden weigerden gehoor te geven aan de opdracht het luchten te beëindigen en dat gedetineerden, onder wie klager, zich daarbij verbaal agressief hebben uitgelaten jegens personeel. Voorts heeft klager een dreigende houding aangenomen en heeft een aantal gedetineerden na afloop van het incident verklaard dat het geen optie was naar binnen te gaan zolang klager niet ging.

Klager heeft zijn stelling dat hij is getreiterd door personeel, geconcretiseerd noch onderbouwd. Van treiterijen is geen sprake.

De signaalgroep heeft geoordeeld dat sprake is van veiligheidsrisico’s. Klager en medegedetineerden hebben vragen gesteld over de beveiliging van de locatie Zuyder Bos.

Namens de selectiefunctionaris is op 18 november 2016 mondeling nog het volgende - samengevat en zakelijk weergegeven - aangevoerd.

De landsadvocaat acht het horen van D. als getuige niet nodig. De toezegging dat in de locatie Zuyder Bos een soortgelijke afdeling zou worden gecreëerd, is niet relevant voor deze procedure. Voorts kan […] als directeur een verklaring afleggen. Dat D. kan verklaren dat hij vooraf heeft getwitterd over het overvliegen van de vliegtuigjes, is niet relevant, omdat deze tweet niet voorafgaand aan het incident bij de inrichting bekend was.

Vanaf februari 2016 sprak klager niet meer met het afdelingshoofd en andere personeelsleden. Nadien hebben medegedetineerden dit voorbeeld gevolgd. In april 2016 heeft het gedrag van klager en medegedetineerden geleid tot het toekennen van de kleur ‘oranje’. Met klager is gesproken over het feit dat hij niet meer met personeel sprak. Ook het afdelingshoofd heeft gepoogd met klager te praten, maar klager negeerde dit. Klager heeft op zichzelf niet betwist dat sprake was van een verstoorde relatie.

Klager heeft medegedetineerden gemeld dat vliegtuigjes zouden overvliegen. Normaliter gaan zeven á acht gedetineerden luchten. Die dag gingen dertien gedetineerden luchten, onder wie gedetineerden van andere afdelingen en een gedetineerde die al vier jaar niet meer had gelucht. Dit duidt erop dat het georganiseerd was. Het personeel heeft vanwege veiligheidsrisico’s beslist het luchtmoment te beëindigen.

Van personeelsleden zijn foto’s en namen, met opmerkingen over de in klagers ogen onjuiste behandeling door hen, op internet geplaatst. Dit wordt klager niet verweten. Het roept bij betrokkenen wel een gevoel van onveiligheid en intimidatie op en dat is meegenomen bij de beslissing tot overplaatsing.

Ten aanzien van het subsidiaire verzoek van klagers raadsvrouw voert de landsadvocaat aan dat dit verzoek in deze procedure niet aan de orde is. Voorts komen faciliteiten van de afdeling EO in de locatie Zuyder Bos niet altijd en onder alle omstandigheden aan gedetineerden toe voor de rest van hun detentie, als een verblijf op afdeling E0 niet kan worden gehandhaafd.

 

4.         Beklagprocedure

Aan klager zijn in verband met zijn gedrag tijdens het luchten rondom het incident van 23 juli 2016 een ordemaatregel en een disciplinaire staf opgelegd. Klager heeft hiertegen beklag ingesteld.

 

5.         De beoordeling

5.1       Namens klager is aan de beroepscommissie verzocht D., voormalig vestigingsdirecteur van de locatie Zuyder Bos, en een aantal personeelsleden als getuigen te horen. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, nu zij zich op basis van de stukken en het (verslag van het) verhandelde ter zitting van 18 november 2016 voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen.

5.2       De gevangenis van de locatie De Schie is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

5.3       Klager, die is veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

5.4       De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij neemt de beroepscommissie in aanmerking dat onweersproken is dat sprake was van een verstoorde verhouding tussen klager en het personeel. Klager sprak - wat hiervan de reden ook moge zijn - niet meer met bepaalde personeelsleden. Gepoogd is met klager hierover te praten, maar klager is hierop niet ingegaan. Uit de inlichtingen van de landsadvocaat is gebleken dat klager zich op de afdeling als leider heeft opgesteld. Dit wordt ook onderschreven door het in de rapportages vermelde gedrag van klager tijdens het luchten op 23 juli 2016. Voorts zijn van personeelsleden foto’s en namen op internet geplaatst met opmerkingen over de onjuiste behandeling die klager zou krijgen. Dit heeft bij betreffende personeelsleden een gevoel van onveiligheid en intimidatie opgeroepen.

Gezien het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren.

5.5       Ten aanzien van het subsidiaire verzoek van klagers raadsvrouw overweegt de beroepscommissie dat zij niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling hiervan, nu dit geen beslissing betreft in de zin van artikel 17 van de Pbw. Klager kan desgewenst ter zake beklag indienen bij de beklagcommissie.

 

6.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Boerhof, secretaris, op 19 december 2016

 

                                     

 

 

       secretaris                                                                  voorzitter

 

Naar boven