Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3162/TR, 27 februari 2018, beroep
Uitspraakdatum:27-02-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:           17/3162/TR

betreft: [klager] datum: 27 februari 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.M. Oldenburg, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 15 september 2017 van de toenmalige Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de verweerder, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 januari 2018, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L.M. Oldenburg, en namens verweerder […], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Justitie en Veiligheid. 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De verweerder heeft de machtiging tot het verlenen van onbegeleid verlof ingetrokken. 

 

2.         De feiten

Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek, en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager verblijft sinds 24 september 2009 in FPC De Kijvelanden te Poortugaal. Op 22 februari 2012 is door verweerder machtiging verleend tot het verlenen van begeleid verlof en op 13 december 2016 machtiging voor onbegeleid verlof. Bij besluit van 15 september 2017 heeft verweerder de machtiging voor onbegeleid verlof ingetrokken.

 

3.         De standpunten

Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.

De intrekking van de machtiging tot onbegeleid verlof is onverenigbaar met het verloftraject van klager. Die intrekking brengt mee dat gedurende één jaar geen nieuwe machtiging wordt verleend. Klager stelt dat hij, anders dan hem is tegengeworpen, wel openheid heeft verschaft over zijn verblijfplaats tijdens zijn afwezigheid. Hij is naar het gemeentehuis gegaan om papieren op te halen voor zijn voorgenomen huwelijk met zijn vriendin. Tevens heeft hij aan zijn behandelaren verteld dat hij voor zijn theorie- rijexamen heeft geleerd. Dit had hij gepland staan voor 14 september 2017. Tijdens zijn afwezigheid heeft hij dus aan zijn toekomst gewerkt. Binnen de inrichting krijgt hij hiervoor niet de gelegenheid. Klager heeft tijdens zijn verloven geen strafbare feiten gepleegd noch heeft hij alcohol of drugs gebruikt. Uit de bestreden beslissing blijkt niet waarom klager onbetrouwbaar wordt geacht. Klager is eerder heel open geweest over zijn relatie. Zijn vorige behandelaar heeft klagers vriendin ook ontmoet. Zonder dat klager hiervan op de hoogte is gesteld, heeft de inrichting de vriendin gebeld en gezegd dat klager een gevaarlijke man is die geen recht heeft op onbegeleid of transmuraal verlof. Klager vindt het niet fijn dat dit achter zijn rug om is gebeurd. Dit heeft ertoe geleid dat klager terughoudender is geworden in zijn openheid over zijn relatie. De vriendin van klager komt wel eens bij klager in de inrichting op bezoek.

Kennelijk is klagers aanwezigheid op zijn werk niet gecontroleerd.

Thans geniet klager geen enkel verlof, ook geen begeleid verlof. Klager meent dat zijn casus zich leent voor toepassing van de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 17 van de Verlofregeling TBS, waardoor hem eerder dan een jaar na intrekking van de machtiging opnieuw verlof kan worden verleend.

Namens verweerder is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht. 

De bestreden beslissing is op goede gronden genomen. Het hieraan inherente gevolg dat klager een jaar lang geen mogelijkheid tot verlof heeft, vloeit voort uit artikel 17 van Verlofregeling TBS en is het resultaat van politieke besluitvorming. Dit gevolg maakt de beslissing nog niet onredelijk, maar noopt volgens de jurisprudentie van de beroepscommissie wel tot een zorgvuldige afweging tussen de ernst van de overtreding van de verlofvoorwaarden en het belang van klager bij voortzetting van het verlof. Klager heeft zich niet gehouden aan de verlofvoorwaarden, maar ziet hier blijkbaar niet de ernst van in. De verlofmachtiging was beperkt tot fase 1 van het verlofplan waarin de onbegeleide verloven alleen mochten worden ingezet voor werk. Klager is blijkens de ‘melding bijzonder voorval’ van 8 september 2017 14 keer niet op zijn werk verschenen. Het is niet duidelijk geworden waar hij toen wel was. Daarbij komt dat het indexdelict in de relationele sfeer heeft plaatsgevonden en klager zijn huidige relatie buiten beeld heeft gehouden. Dit zijn ernstige overtredingen van de verlofvoorwaarden, waardoor voortzetting van het verlof onverantwoord wordt geacht. Klagers belang bij continuering van zijn verloftraject is hieraan ondergeschikt.

Vast staat dat klager 14 keer niet op zijn werk is geweest. Zijn aanwezigheid is dus wel degelijk gecontroleerd. Klager is niet open geweest over zijn verblijf elders. Binnen de inrichting wordt klager voldoende ruimte geboden om zijn theorie-rijexamen voor te bereiden.

De inrichting heeft laten weten niet van plan te zijn binnen een jaar opnieuw een verlofmachtiging voor klager aan te vragen. Binnenkort wordt voor klager een zorgconferentie gehouden, omdat de tenuitvoerlegging van klagers tbs-maatregel langer dan 15 jaar duurt. De inrichting wil de resultaten van de zorgconferentie eerst afwachten. Het is aan de inrichting om een nieuwe aanvraag voor een verlofmachtiging in te dienen. Als dat gebeurt, zal daarop separaat worden beslist. Dit valt buiten het beoordelingskader van dit beroep.

 

4.         De beoordeling

Op grond van artikel 53, derde lid, Rvt kan de verweerder een verlofmachtiging bij overtreding van de verlofvoorwaarden intrekken.

Krachtens artikel 17, vijfde lid, Verlofregeling TBS (Stcrt. 2010, nr. 21597, 31 december 2010) wordt, ingeval van intrekking van de machtiging onbegeleid verlof naar aanleiding van ongeoorloofde afwezigheid korter dan 24 uur, gedurende tenminste één jaar geen nieuwe verlofmachtiging verleend, tenzij zwaarwegende persoonlijke omstandigheden zich daartegen verzetten.

De beroepscommissie dient op grond van artikel 69, vijfde lid, Bvt in verbinding met artikel 66, tweede lid, Bvt in beroep te beoordelen of de beslissing tot intrekking van de machtiging voor onbegeleid verlof in strijd is met de wet dan wel onredelijk of onbillijk is. Daarbij moet de ernst van de overtreding van de verlofvoorwaarden zorgvuldig worden afgewogen tegen het belang van klager bij voortzetting van het verlof, gelet op het bepaalde in artikel 17, vijfde lid, Verlofregeling TBS.

Vaststaat dat klagers machtiging voor onbegeleid verlof was beperkt tot fase 1 van het verlofplan, waarbij dat verlof enkel werd ingezet voor klagers werk. De overige verloven dienden onder begeleiding plaats te vinden.

Bij de stukken bevindt zich een ‘melding bijzonder voorval’ van 8 september 2017. Hieruit komt naar voren dat klager over een periode van enkele weken 14 keer niet op zijn werk is verschenen, dat klager geen openheid heeft willen verschaffen over de plaats waar hij wel was en dat hij niet open was geweest over zijn relatie. Klager was naar eigen zeggen bezig met een aanvraag voor een huwelijk (met de moeder van één van zijn kinderen), terwijl hij de inrichting had verteld geen relatie te hebben.

Gelet hierop kan de beslissing tot intrekking van de machtiging tot het verlenen van onbegeleid verlof, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, geenszins als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. J.M.L. Niederer, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 27 februari 2018

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven