Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0356/GB, 23 juni 2003, beroep
Uitspraakdatum:23-06-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/356/GB

Betreft: [klager] datum: 23 juni 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 12 februari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1975], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 31 januari 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) te Breda afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 19 april 2002 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. De Geerhorst te Sittard.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. Breda als volgt toegelicht.
Klagers familie woont dichter bij Breda dan bij Sittard. Zijn familie is vanwege de reisafstand niet bij klager in Sittard op bezoek geweest. Zijn kinderen, die hij al vijf jaar niet heeft gezien, komen bovendien in Breda wonen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager krijgt bezoek in de inrichting waar hij thans verblijft. Zijn kinderen wonen nog niet in Nederland en het kan nog enige tijd duren voor zij wel in Nederland zijn. Zodra klager is afgestraft, kan er bij zijn selectie opnieuwgekeken worden naar zijn omstandigheden en daarmee rekening gehouden worden bij zijn plaatsing.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk wordenaangemerkt.
Hierbij is in aanmerking genomen dat hetgeen klager, die in Sittard bezoek ontvangt, heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden onvoldoende zwaarwegend is om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 23 juni 2003

secretaris voorzitter

Naar boven