Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0166/GA, 24 april 2003, beroep
Uitspraakdatum:24-04-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/166/GA

betreft: [klager] datum: 24 april 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 14 januari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 8 januari 2003 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Zuid-West, locatie Dordtse Poorten te Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn vertrouwenspersoon
[...], om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een beslissing van de directeur om de invoer van een valkparkiet niet toe te staan.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager verblijft al lang in detentie. Klager bezit de betreffende valkparkiet al vijf jaar. Al die tijd mocht klager zijn vogel in de cel hebben. De betreffende vogel was inmiddels heel tam. Toen klager vanuit de locatie Torentijdwerd overgeplaatst naar Dordrecht, moest hij in Middelburg de vogel uitvoeren via het bezoek. Hem was te verstaan gegeven dat de vogel vervolgens in Dordrecht weer ter aanvoer kon worden aangeboden. Klager heeft dat laten doen entoen weigerde de badmeester de invoer van de vogel omdat het vogeltje te groot was. Het lichaam van de vogel is kleiner dan 10 centimeter (cm). Alleen de staart van het vogeltje maakt hem groter dan die maximaal toegestane 10 cm.Klagers kinderen hebben geen tijd om voor de vogel te zorgen en klager mist de vogel ontzettend. Klager begrijpt niet dat de twee inrichtingen, die tot dezelfde cluster behoren, verschillend beleid hebben in zaken als deze. Eerderheeft er wel een gedetineerde met een valkparkiet in de locatie verbleven. Het verbod geldt sinds die gedetineerde de inrichting heeft verlaten.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts heeft hij nog het volgende aangevoerd. Het beleid ten aanzien van de invoer van vogels wordt in de inrichting sinds april 2001 voor alle gedetineerdenconsequent gehanteerd. In alle gevallen wordt, voor de invoer van vogels, de grens van 10 cm. gehanteerd. De directeur begrijpt dat dit voor klager vervelend is, temeer nu hem eerder - in een andere inrichting - wel de toestemmingis verleend voor het houden van die vogel. De directeur is evenwel slechts verantwoordelijk voor het beleid in de eigen inrichting. De directeur houdt zich principieel aan de door de Pbw gesteld grens.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk dat de onderhavige valkparkiet groter is dan 10 cm.
Op grond van het bepaalde in artikel 4.5.1.1 van de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen d.d. 24 juli 1998, nr. 705050/98/DJI is het aan een gedetineerde (ondermeer) niet toegestaan, vogels groter dan 10 cm. onderzijn berusting te houden. Verzoeker klaagt derhalve over een voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende regeling. Tegen een dergelijke regeling staat op grond van het bepaalde in artikel 60 van de Pbw geen beklagopen. De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven en klager dient alsnog niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beklag.
De omstandigheid dat de valkparkiet in een andere inrichting (eerder) wel mocht worden aangevoerd, doet aan dit oordeel niet af.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 24 april 2003

secretaris voorzitter

Naar boven