Nummer: 17/2624/GB
Betreft: […] datum: 12 februari 2018
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W.E. Luiten, namens
[…], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 31 juli 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
De raadsman van klager, mr. J.W.E. Luiten, is op 28 november 2017 gehoord ter zitting door twee leden van de Raad. Klager heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid te worden gehoord.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen vanuit de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwaag ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 28 augustus 2015 gedetineerd. Hij verbleef sinds 15 juni 2017 in de b.b.i. van de locatie Zuyder Bos. De directeur van de p.i. locatie Zuyder Bos heeft op 11 juli 2017 voorgesteld het verblijf in de b.b.i. te beëindigen en klager te selecteren voor een gesloten gevangenis, vanwege geconstateerd harddrugsgebruik na een regimair verlof. De selectiefunctionaris heeft op 12 juli 2017 dienovereenkomstig besloten en klager geselecteerd voor de gevangenis van de p.i. Zwaag. Bij die beslissing is tevens een eerder besluit tot plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting ingetrokken.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is – zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd. Verwezen wordt naar de gronden die in het aanvullend beroepschrift zijn aangevoerd. De raadsman wil nu vooral reageren op het verweer van de selectiefunctionaris. De selectiefunctionaris neemt namelijk ook de degradatiebeslissing van de directeur mee en concludeert dat een juiste selectiebeslissing is genomen. Die degradatiebeslissing is echter niet eerder in de selectiebeslissing meegenomen en daarvan wordt eerst in beroep melding gemaakt. De raadsman ziet dit wel vaker gebeuren. De directeur neemt na de terugplaatsing ook een degradatiebeslissing en betrokkene komt dan automatisch niet meer in aanmerking voor vrijheden. Klager heeft geen bevestigingsonderzoek aangevraagd. Dat houdt niet in dat klager het eens is met de uitslag. De reden is dat hij onvoldoende financiële middelen heeft voor een dergelijk onderzoek.
Klager is altijd eerlijk en open geweest over zijn drugsgebruik. Als klager heeft gebruikt, geeft hij dat ook eerlijk toe. Voor de detentie was ook sprake van drugsgebruik. Klager stelt in dit geval niet (bewust) te hebben gebruikt. Klager kan zich derhalve niet vinden in de beslissing van de selectiefunctionaris.
Verzocht wordt de beslissing te vernietigen en een compensatie toe te kennen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt – kort en zakelijk weergegeven – schriftelijk toegelicht. Er is geen reden tot twijfel over de uitslag van de urinecontrole. Klager heeft herhaaldelijk positief gescoord op het gebruik van harddrugs. Er is daarom ook geen vertrouwen in het verlenen van vrijheden, gelet op het drugsgebruik. De weigeringsgronden voor het verlenen van (regimair) verlof, als beschreven in artikel 4c en 4d van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, zijn van toepassing.
De selectiefunctionaris concludeert dat klager na het degraderen door de directeur niet meer voldeed aan de voorwaarden voor een verblijf in een b.b.i. Voorts zijn er weigeringsgronden voor het verlenen van (regimaire) verloven. Er is een juist besluit genomen om klager uit de b.b.i. te plaatsen en een afgegeven besluit tot plaatsing in een z.b.b.i. in te trekken.
4. De beoordeling
In het selectieadvies van 11 juli 2017 staat dat klager positief heeft gescoord op cocaïnegebruik bij een urinecontrole. Ook het herhalingsonderzoek gaf een score op het gebruik van cocaïne. De beroepscommissie heeft geen enkele reden te twijfelen aan de juistheid van de uitslag van de urinecontrole.
Het gebruik van harddrugs is een forse overtreding en een contra-indicatie voor continuering van een verblijf in een b.b.i. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 12 februari 2018
secretaris voorzitter