Nummer: 17/2533/GB
Betreft: [klager] datum: 6 februari 2018
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[…], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 20 juli 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Middelburg afgewezen.
De feiten
Klager is sedert 1 maart 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de p.i. Vught.
Klager is een vreemdeling zonder rechtmatig verblijf in Nederland. Gedurende zijn detentieperiode is klager diverse malen overgeplaatst en zijn jegens hem ordemaatregelen getroffen wegens ernstige incidenten. Op 21 februari 2017 is klager in de p.i. Vught geplaatst op een afdeling waar hij kan deelnemen aan een activerend basis programma, zulks in het kader van de afspraak dat hij gedurende tenminste zes maanden goed gedrag zou vertonen.
De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Ten onrechte is gesteld dat zijn gedrag niet conform de afspraken als goed kan worden gekenmerkt. Klager verwijst daarbij naar het verslag van het Multi Disciplinair Overleg (MDO) van de p.i. Vught van 27 juni 2017.
De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Met klager is de afspraak gemaakt dat hij gedurende tenminste zes maanden goed gedrag zou vertonen, dat als groen gedrag zou kunnen worden gekenmerkt. Mede daartoe zou hij deelnemen aan het activerende basisprogramma dat de inrichting biedt. Het gedrag van klager is sindsdien lichtelijk positief veranderd, maar zijn gedrag kleurt overwegend oranje.
De beoordeling
De beroepscommissie heeft geconstateerd dat hetgeen de selectiefunctionaris heeft gesteld in zijn reactie op het beroepschrift wordt bevestigd door de gegevens over klager in diens dossier. De verwijzing van klager naar het MDO van 27 juni 2017 geeft geen ander inzicht.
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. A.T. Bol, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 6 februari 2018
secretaris voorzitter
Nummer: 17/2533/GB
Betreft: [klager] datum: 6 februari 2018
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 20 juli 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Middelburg afgewezen.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 1 maart 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de p.i. Vught.
2.2. Klager is een vreemdeling zonder rechtmatig verblijf in Nederland. Gedurende zijn detentieperiode is klager diverse malen overgeplaatst en zijn jegens hem ordemaatregelen getroffen wegens ernstige incidenten. Op 21 februari 2017 is klager in de p.i. Vught geplaatst op een afdeling waar hij kan deelnemen aan een activerend basis programma, zulks in het kader van de afspraak dat hij gedurende tenminste zes maanden goed gedrag zou vertonen.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Ten onrechte is gesteld dat zijn gedrag niet conform de afspraken als goed kan worden gekenmerkt. Klager verwijst daarbij naar het verslag van het Multi Disciplinair Overleg (MDO) van de p.i. Vught van 27 juni 2017.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Met klager is de afspraak gemaakt dat hij gedurende tenminste zes maanden goed gedrag zou vertonen, dat als groen gedrag zou kunnen worden gekenmerkt. Mede daartoe zou hij deelnemen aan het activerende basisprogramma dat de inrichting biedt. Het gedrag van klager is sindsdien lichtelijk positief veranderd, maar zijn gedrag kleurt overwegend oranje.
4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie heeft geconstateerd dat hetgeen de selectiefunctionaris heeft gesteld in zijn reactie op het beroepschrift wordt bevestigd door de gegevens over klager in diens dossier. De verwijzing van klager naar het MDO van 27 juni 2017 geeft geen ander inzicht.
4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. A.T. Bol, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 6 februari 2018
secretaris voorzitter
Nummer: 17/2533/GB
Betreft: [klager] datum: 6 februari 2018
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[…], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 20 juli 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Middelburg afgewezen.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 1 maart 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de p.i. Vught.
2.2. Klager is een vreemdeling zonder rechtmatig verblijf in Nederland. Gedurende zijn detentieperiode is klager diverse malen overgeplaatst en zijn jegens hem ordemaatregelen getroffen wegens ernstige incidenten. Op 21 februari 2017 is klager in de p.i. Vught geplaatst op een afdeling waar hij kan deelnemen aan een activerend basis programma, zulks in het kader van de afspraak dat hij gedurende tenminste zes maanden goed gedrag zou vertonen.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Ten onrechte is gesteld dat zijn gedrag niet conform de afspraken als goed kan worden gekenmerkt. Klager verwijst daarbij naar het verslag van het Multi Disciplinair Overleg (MDO) van de p.i. Vught van 27 juni 2017.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Met klager is de afspraak gemaakt dat hij gedurende tenminste zes maanden goed gedrag zou vertonen, dat als groen gedrag zou kunnen worden gekenmerkt. Mede daartoe zou hij deelnemen aan het activerende basisprogramma dat de inrichting biedt. Het gedrag van klager is sindsdien lichtelijk positief veranderd, maar zijn gedrag kleurt overwegend oranje.
4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie heeft geconstateerd dat hetgeen de selectiefunctionaris heeft gesteld in zijn reactie op het beroepschrift wordt bevestigd door de gegevens over klager in diens dossier. De verwijzing van klager naar het MDO van 27 juni 2017 geeft geen ander inzicht.
4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. A.T. Bol, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 6 februari 2018
secretaris voorzitter