Nummer: 03/1734/SGA
Betreft: [klager] datum: 6 augustus 2003
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 5 augustus 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van
[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Het Schouw/Demersluis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam.
Verzoeker vraagt de voorzitter om bij wijze van voorlopige voorziening, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, de directeur te gelasten om binnen een redelijke termijn een beslissing te nemen op het verzoek van klager om hemveganistische voeding te verstrekken .
De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het als kopie bijgevoegde klaagschrift d.d. 2 augustus 2003, welk klaagschrift ter kennisneming aan de beklagcommissie bij voormelde locatie is gezonden, alsmede van de schriftelijkeinlichtingen van de directeur d.d. 6 augustus 2003.
1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft het verzoek schriftelijk toegelicht en daarbij aangevoerd dat hij tot heden van de directeur geen reactie heeft ontvangen op zijn verzoek om verstrekking van veganistische voeding. Verzoeker heeft tegen die(fictieve) weigering van de directeur om op het verzoek te beslissen een klaagschrift ingediend, waarvan een kopie bij het verzoek is gevoegd. Verzoeker vraagt de voorzitter om aan de directeur, bij wijze van voorlopige voorziening,op de dragen binnen een redelijke termijn alsnog een beslissing te nemen op dat verzoek. Verzoeker meent, gelet op het bepaalde in de artikelen 41 en 44 van de Pbw aanspraak te kunnen maken op verstrekking van die veganistischevoeding.
Uit de inlichtingen van de directeur komt onder meer het volgende naar voren. Uit navraag bij de civiele dienst van de locatie is de directeur gebleken dat er bij de verstrekking van de maaltijden rekening wordt gehouden met deveganistische wensen van verzoeker. In het begin zijn er onduidelijkheden geweest over hetgeen verzoeker verstond onder veganistische voedingsmiddelen. Enkele weken geleden is daarom een medewerker van het cateringsbedrijf, datverantwoordelijk is voor de levering van gedetineerdenmaaltijden, bij verzoeker op bezoek geweest om in gezamenlijk overleg een menu voor verzoeker samen te stellen. Het is mogelijk dat een en ander op dit moment nog niet volledigwordt uitgevoerd. De directeur is evenwel van mening dat er voldoende inspanning wordt verricht om tegemoet te komen aan verzoekers wensen.
2. De beoordeling
De beklagcommissie heeft tot heden niet geantwoord op het verzoek van de voorzitter om inlichtingen. Nu verzoeker een afschrift van het klaagschrift bij het verzoek heeft gevoegd, welk afschrift ter kennisneming aan debeklagcommissie is gezonden, en het de voorzitter ambtshalve bekend is dat het enige tijd kan duren alvorens een per post verzonden stuk vanuit de inrichting te bestemder plaatse aankomt, acht de voorzitter aannemelijk dat verzoekereen klaagschrift heeft ingediend. Verzoeker kan daarom in zoverre worden ontvangen in zijn verzoek.
Verzoeker vraagt – zo verstaat de voorzitter het verzoek – om aan de directeur van de locatie op te dragen een beslissing te nemen op een verzoek betreffende verstrekking van veganistische voedingsmiddelen. Daargelaten de vraag ofde directeur al dan niet heeft voldaan aan de verplichting van het bepaalde in artikel 44, derde lid, van de Pbw, komt het verzoek niet voor toewijzing in aanmerking. Op grond van het bepaalde in artikel 66, eerste lid, van de Pbwkan de voorzitter hangende de uitspraak op het klaagschrift de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur geheel of gedeeltelijk schorsen. Voor een voorlopige voorziening als die waar verzoeker om vraagt, biedt de Pbwgeen ruimte. Daarvoor zou nodig zijn dat de voorzitter de bevoegdheid zou hebben overeenkomstig het bepaalde in artikel 68, derde lid, van de Pbw. Die bevoegdheid komt de voorzitter in het kader van deze procedure niet toe. Hetverzoek zal daarom worden afgewezen.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.
Aldus gedaan door mr. J. Lamens, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 6 augustus 2003.
secretaris voorzitter