nummer: 03/1105/GA
betreft: [klager] datum: 22 juli 2003
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 26 mei 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de locatie Lunette te Zutphen,
gericht tegen een uitspraak d.d. 20 mei 2003 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 7 juli 2003, gehouden in de locatie Zwolle, is gehoord de heer [...], unit-directeur bij de locatie Lunette. Hoewel klager op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zittingverschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering klager algemeen verlof toe te staan.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Als gevolg van het niet-nakomen van afspraken is klagers taakstraf omgezet in vervangende hechtenis. Gelet daarop heb ik er geen vertrouwen in dat klager zijn afspraken in het kader van het algemeen verlof wel nakomt. Daarom heb ikzijn verzoek afgewezen.
Deze zaak ligt vrij principieel. Sinds enige tijd zijn wij weer een zogenoemde arrestanteninrichting. Wij zullen derhalve vaker met dit soort situaties worden geconfronteerd.
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
In artikel 14, eerste lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (d.d. 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI), hierna te noemen de Regeling, worden de voorwaarden genoemd waaronder een gedetineerde voor algemeen verlofin aanmerking komt. In het tweede lid van dat artikel is bepaald dat bij het bepalen van het strafrestant ook wordt meegeteld de vervangende hechtenis op grond van de artikelen 24 c en 24 d van het Wetboek van Strafrecht en degijzeling op grond van artikel 28, eerste lid, Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften.
In het thans ter beoordeling voorliggende geval ondergaat klager vervangende hechtenis op grond van artikel 22 d van het Wetboek van Strafrecht. Deze vervangende hechtenis wordt, gelet op het bepaalde in artikel 14, tweede lid, vande Regeling, niet meegeteld bij het bepalen van het strafrestant. Waar klager uitsluitend vervangende hechtenis op grond van artikel 22 d van het Wetboek van Strafrecht onderging – hij is inmiddels met incidenteel vervroegd ontslag– kwam hij niet in aanmerking voor algemeen verlof. Klagers beklag is derhalve ongegrond.
Voor het geval de Regeling het verlenen van algemeen verlof ook mogelijk zou hebben gemaakt voor gedetineerden die vervangende hechtenis op grond van artikel 22 d van het Wetboek van Strafrecht ondergaan, zou de beroepscommissie,bij afweging van alle belangen en omstandigheden van dit geval, tot het oordeel zijn gekomen dat de beslissing van de directeur om klager geen algemeen verlof toe te staan niet als onredelijk en onbillijk kan worden aangemerkt.
Tegen de achtergrond van het vorenstaande komt de beroepscommissie tot het oordeel dat het beroep van de directeur gegrond moet worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie moet worden vernietigd en klagers beklag alsnogongegrond moet worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 22 juli 2003
secretaris voorzitter