Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2407/GB, 6 februari 2018, beroep
Uitspraakdatum:06-02-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         17/2407/GB

Betreft:            [klager]            datum: 6 februari 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 juli 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar penitentiaire inrichting (p.i.) Arnhem ongegrond verklaard.

 

2.         De feiten

Klager is sedert 23 juli 2015 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de p.i. Almelo. Op 22 juni 2017 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van p.i. Arnhem.

 

3.         De standpunten

3.1.      Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.

De overplaatsing naar de p.i. Arnhem is volgens klager een strafoverplaatsing. Aan klager worden onterechte verwijten gemaakt. Klager betwist dat sprake is geweest van een verstoorde relatie met functionarissen in de p.i. Almelo waar hij eerder verbleef. Klager voert ook aan dat door de overplaatsing bezoekproblemen zijn ontstaan.

3.2.      Klager heeft ter toelichting op zijn standpunt een uitvoerige brief opgesteld, getiteld ‘ Een verhaaltje’ .

3.3.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.

Door een behandelend psycholoog is een rapportage opgesteld aangaande klager. De inhoud daarvan wordt door klager bestreden en er ontstond een verstoorde werkrelatie tussen klager en de betrokken psycholoog.

 

4.         De beoordeling

4.1.      De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het selectieadvies van 21 juni 2017, de brief van klager in reactie op de overplaatsing, waarbij hij zijn bezwaren heeft toegelicht en van het toelichtende document, geschreven door klager onder de titel ‘Een verhaaltje’.  De beroepscommissie constateert dat uit de geschriften die door klager zijn opgesteld en waarbij hij de situatie in zijn visie beschrijft, een bevestiging is af te leiden van de door de selectiefunctionaris en in het selectieadvies geduide problemen in de werkrelatie met de arts en de psycholoog in de p.i. Almelo. De beroepscommissie begrijpt dat klager evenwel de schuld of oorzaak bij anderen legt en meent dat hem geen verwijt kan worden gemaakt. De beroepscommissie is van oordeel dat in een situatie als de onderhavige niet zozeer van belang is bij wie of waar de oorzaak van de verstoorde relatie is gelegen maar wel de vaststelling dat die verstoring is ontstaan. Onder die omstandigheden kon in redelijkheid worden besloten op een andere locatie en met andere personen een nieuwe start te maken in het proces dat moet leiden tot een succesvolle re-integratie van klager na de einddatum van diens detentie.

4.2.      De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan dan ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4.3.      Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

 

5.     De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A van den Brand en mr. A.T. Bol , leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 6 februari 2018

                                                      

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

 

Naar boven