Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2229/GM, 12 februari 2018, beroep
Uitspraakdatum:12-02-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/2229/GM

betreft: [klager]            datum: 12 februari 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg (JCvSZ) te Den Haag, alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 20 juni 2017 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het (toenmalige) ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 januari 2018, gehouden in de p.i. Vught, is gehoord […], directeur Somatische Zorg (als supervisor namens de inrichtingsartsen), bijgestaan door […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij het JCvSZ.

Als toehoorder was ter zitting aanwezig mr. A.G. Dekker, secretaris bij de afdeling rechtspraak van de Raad.

Klager die inmiddels in vrijheid is gesteld en op de juiste wijze is opgeroepen, is  niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beroep

De klacht, zoals neergelegd in de verzoeken aan de medisch adviseur van 3 en 21 mei 2017 en 9 juni 2017 betreft het niet bieden van een adequate medische behandeling voor klagers klachten.

2.         De standpunten van klager en de inrichtingsarts, - psychiater, - psycholoog

Door klager is het volgende aangevoerd, zakelijk weergegeven.

Hij heeft de brief van de medisch adviseur raar laat ontvangen. Hij vraagt om een onderzoek in te stellen daarnaar en wil dat hem de regels worden uitgelegd over klachten en reageertermijnen. Een medische klacht moet heel snel behandeld worden. Klager is zijn beroepsrecht ontnomen. Gezegd is dat de bacterie ongevoelig is voor antibiotica. Dat kan zo zijn maar betekent niet dat hij niet behandeld kan worden. De medisch adviseur moet zelf onderzoek doen en haar antwoord niet baseren op dat van de zogenaamde arts, moet zelf kweekresultaten zien of een andere dokter ernaar laten kijken. Er zijn zeven verschillende soorten antibiotica waarmee een bacterie behandeld kan worden, zo niet kan een cocktail van antibiotica worden gebruikt. Klager bepaalt zelf of hij geopereerd wordt of niet. Het is zijn lichaam.

Door/namens de inrichtingsarts is het volgende standpunt ingenomen, zakelijk weergegeven.

Klager heeft lange tijd in het JCvSZ verbleven. Hij had een pré-existente fistel in zijn been met daarin een ESBL-bacterie en een verse fractuur in hetzelfde been. Klager is meermalen uitgelegd dat als geopereerd zou worden de bacterie in de wond zou kunnen komen en dat dit voor grote problemen zou kunnen zorgen omdat de bacterie resistent is voor antibiotica. Er was sprake van complexe somatische pathologie en psychopathologie. Aantoonbaar zijn er visites gelopen en is klager te woord gestaan. Hij is lichamelijk onderzocht, er is beleid gemaakt en intercollegiaal overleg gevoerd met medische specialisten. De klachten zijn herhaaldelijk besproken door de behandelend arts met klager, met het afdelingshoofd verpleging en de directeur somatische zorg. Behandeling vindt plaats door de vaste zaalarts. De zaalartsen rouleren tweemaal per jaar. Dr. R. is de vaste invalarts bij afwezigheid van de zaalartsen en is niet structureel inzetbaar. Nadat de opname-indicatie plotseling kwam te vervallen kon klager lange tijd niet worden ontslagen in verband met verschillende problemen en het vinden van de juiste setting. Hij heeft nog zes weken zonder titel in het JCvSZ verbleven. Alles is eraan gedaan om een passende plek te vinden voor klager. Hij heeft vervolgens drie maanden met een rechterlijke machtiging in FPA Den Dolder verbleven en is inmiddels weer thuis. 

Op 5 februari 2018 is een e-mailbericht van klager ontvangen waarin hij heeft meegedeeld inmiddels in Palier te verblijven, de post van de RSJ laat te hebben ontvangen en heeft verzocht om de zitting alsnog in Palier te houden.

De beroepscommissie heeft klager die vóór de zitting van 23 januari 2018 is opgeroepen op het toenmalige adres van inschrijving te Rotterdam en de inrichtingsarts in de gelegenheid gesteld om schriftelijk op het verklaarde ter zitting, dat is vastgelegd in het verslag dat is toegezonden op 7 februari 2018, te reageren.

 p 8 februari 2018 is een schriftelijke reactie van klager ontvangen inhoudende dat hij inderdaad een fistel had en dat dr. V. de bacterie met haar vinger in de fistel heeft gestopt. Klager heeft zelf de labresultaten gezien en vragen gesteld. De dokters hebben gezegd dat de bacterie  niet resistent was. Ze hebben geregeld dat klager een rechterlijke machtiging kreeg, terwijl ze simpel thuiszorg konden regelen.

Op 8 februari 2018 is schriftelijk namens de inrichtingsarts meegedeeld dat geen nadere reactie zal volgen.

 

3.         De beoordeling

Door klager is verzocht om het beroep (opnieuw) te behandelen maar dan in Palier.

Nu klager, die op zijn adres van inschrijving is opgeroepen voor de zitting van  23 januari 2018,  in de gelegenheid is gesteld om schriftelijk op het verslag van de zitting te reageren, ziet de beroepscommissie, die zich aan de hand van de stukken voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen, geen reden voor een nieuwe zitting.

De beroepscommissie wijst het verzoek af.

In het voortraject is namens de inrichtingsarts geweigerd om klagers medische gegevens aan de beroepscommissie te verstrekken omdat niet was gebleken dat klager hiervoor toestemming heeft verleend.

De bevoegdheid van de beroepscommissie voor het inzien van de medische gegevens van een klager is vastgelegd in artikel 31, eerste lid, van de Penitentiaire maatregel. Naar het oordeel van de beroepscommissie betekent dit dat een klager niet uitdrukkelijk toestemming behoeft te verlenen voordat deze gegevens aan de beroepscommissie worden verstrekt.

Overigens heeft klager de beroepscommissie desgevraagd alsnog per e-mailbericht van 15 november 2017 toestemming gegeven voor het opvragen en inzien van zijn medische gegevens.

Uit de behandeling ter zitting en de stukken, met name klagers medische gegevens, volgt dat de aanwezigheid van een ESBL-bacterie in klagers been, welke bacterie resistent is voor  antibiotica, een contra-indicatie vormde om klager aan het been te opereren. Gelet op de medische gegevens en de schriftelijke en mondelinge toelichting door/namens de inrichtingsarts ter zitting acht de beroepscommissie aannemelijk geworden dat klager een adequate medische behandeling is geboden voor zijn klachten en dat er derhalve geen sprake is van handelen door en/of namens de inrichtingsarts dat in strijd zou zijn met de in artikel 28 Pm vermelde norm. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, drs. K.M.P.A.M. Habryka en dr. ing. C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 februari 2018.

    

secretarisvoorzitter

 

Naar boven