Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2097/GA, 13 februari 2018, beroep
Uitspraakdatum:13-02-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/2097/GA

betreft: [klager]            datum: 13 februari 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.M.J.P. Penners, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 juni 2017 van de beklagcommissie bij de locatie Sittard (G-2017/207)

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 november 2017, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.I. Kool, en […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie Sittard.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek te worden geplaatst in het Exodushuis te Heerlen op grond van artikel 43, derde lid, van de Pbw.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager meent dat er sprake is van een psychische begeleidingscomponent die deelname aan het Exodustraject noodzakelijk maakt. Klager heeft te kampen met ernstige psychische klachten, waaronder depressieve klachten, waarvoor hij dagelijks veel medicatie krijgt. Klager heeft moeite om in het openbaar op te treden, hij krijgt paniekaanvallen door een televisie uitzending waarin hij onvrijwillig in beeld werd gebracht. Klager is hierdoor bang herkend te worden. Er heerst bij hem ook veel boosheid over het verleden. In het door klager overgelegde onderzoeksrapport van de Raad voor de kinderbescherming staat dat bij klager sprake is van een zeer beperkt netwerk, alsmede dat hij enkel gesprekken heeft gevoerd met de praktijkondersteuner in verband met zijn depressieve klachten. Klager is in verband met zijn problematiek recent verwezen naar de Forensisch Psychiatrische Polikliniek  (FPP) ‘De Horst’ voor een intakegesprek. Deze verwijzing impliceert de ernst van klagers huidige psychische problematiek. Tijdens klagers verblijf in Spanje had klager ook te maken met deze problematiek. De stelling van de directeur dat klager in Spanje met zijn gezin en zonder begeleiding goed heeft kunnen functioneren, is niet onderbouwd.

Het intakegesprek met de GZ-psycholoog van FPP De Horst vond plaats op 28 september 2017. Uit het door de psycholoog opgestelde rapport kan volgens klager worden afgeleid dat de psycholoog geenszins de mogelijkheid uitsluit dat sprake is van een psychische begeleidingscomponent. Uit het gesprek tussen klager en de reclassering van 28 augustus 2017 vallen met name de vele problemen op diverse leefgebieden op. Er bestaan aanwijzingen dat klager een antisociale persoonlijkheidsstoornis heeft. De reclassering plaatst forse vraagtekens bij het psychisch functioneren van klager. De gegevens uit de reclasseringsrapportage zijn van belang, omdat hierbij wordt geput uit gegevens uit zowel het verleden als het heden. Anders dan de directeur stelt, blijkt uit een brief van 9 november 2017 van de humanistisch geestelijk verzorger van de locatie Sittard dat klager een fikse steun in zijn rug nodig heeft. Aan de brief van de humanistisch geestelijk verzorger moet meer waarde worden gehecht, aangezien hij ongeveer 35 uur met klager heeft gesproken en de inrichtingspsycholoog klagers slechts éénmaal 30 minuten heeft gesproken. Nergens wordt inzichtelijk gemaakt van welke gegevens de inrichtingspsycholoog gebruik heeft gemaakt.

Klager meent dat er sprake is van een door de directeur genomen besluit. Klager heeft verzocht te worden geplaatst in Exodus. Hij ontving van de psycholoog als antwoord dat de directeur heeft geweigerd hem aldaar te plaatsen. De plaatsingsbeslissing wordt overigens niet door de directeur maar door de selectiefunctionaris genomen. Indien het psycho-medisch overleg (PMO) de directeur adviseert over de indicatiestelling, dan is de conclusie dat het PMO het advies niet heeft doorgestuurd.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De directeur heeft geen besluit genomen. Hij heeft nimmer een advies ontvangen omtrent een verzoek om plaatsing in Exodus. Primair meent de directeur daarom dat klager niet-ontvankelijk in zijn beklag had moeten worden verklaard. Subsidiair meent de directeur dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan. In de inrichting functioneert de afdeling zorg naar behoren. Het is aan de inrichtingspsycholoog en –psychiater om te beoordelen wat klager nodig heeft. De directeur beschikt niet over het medisch dossier van klager. De psycholoog stelt een indicatie vast en bespreekt dit in het PMO dat de directeur vervolgens hierover adviseert. De rapportage van de Raad voor de kinderbescherming heeft betrekking op een ondertoezichtstelling. De directeur begrijpt niet wat dit rapport met de onderhavige zaak te maken heeft. Uit de overgelegde stukken blijkt dat bij klager geen sprake is van psychiatrische problematiek, wel mogelijk van een persoonlijkheidsstoornis. Exodus is bereid mee te denken, maar pas na klagers detentie. Bovendien wordt klager in Exodus geen behandeling aangeboden, maar woonbegeleiding. 

De intake bij FPP De Horst heeft opgeleverd dat er geen behandeling aldaar mogelijk is. De directeur meent dat klager eerst moet beginnen te werken aan zijn motivatie. De inrichting probeert hem hierbij te helpen, maar in het traject KVV (kiezen voor verandering) heeft hij geen enkele hulpvraag gesteld. Blijkbaar is er geen sprake van een intrinsieke motivatie.

 

3.         De beoordeling

Op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw kan een gedetineerde bij de beklagcommissie beklag doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing.

Op grond van artikel 43, eerste lid, van de Pbw heeft de gedetineerde recht op sociale verzorging en hulpverlening. Op grond van het derde lid van dit artikel draagt de directeur zorg voor overbrenging van de gedetineerde naar de daartoe bestemde plaats, indien de in het eerste lid omschreven zorg en hulp dit noodzakelijk maken en een dergelijke overbrenging zich verdraagt met de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming.

Het beklag richt zich volgens klager tegen een beslissing van de directeur van 12 april 2017 hem niet in het Exodushuis te Heerlen te plaatsen. In beroep heeft de directeur de procedure toegelicht met betrekking tot de totstandkoming van de besluitvorming voor een plaatsing in een kliniek als bedoeld in artikel 43, derde lid, van de Pbw. De inrichtingspsycholoog stelt een indicatiestelling op die in het PMO wordt besproken. Het PMO adviseert vervolgens de directeur omtrent de te nemen beslissing. In beroep voert de directeur aan dat hem nimmer een advies heeft bereikt en dat er geen besluit is genomen. Evenmin is de commissie anderszins gebleken van een beslissing van de directeur klager niet te plaatsen in het Exodushuis te Heerlen.

Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat er geen sprake is van een beslissing van de directeur waartegen beklag openstaat als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Klager kan derhalve niet in zijn beklag worden ontvangen. De beroepscommissie beslist daarom als volgt. 

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, mr. drs. J.P. Meesters en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 13 februari 2018

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven