Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1308/GA, 13 februari 2018, beroep
Uitspraakdatum:13-02-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

 

 

 

nummer:          17/1308/GA

 

betreft: [klager]            datum: 13 februari 2018

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

 

[…], verder te noemen klager,

 

gericht tegen een uitspraak van 4 april 2017 van de alleensprekende beklagrechter (VU 2016/1868 en VU 2016/1869) bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught

 

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

 

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 november 2017, gehouden in de p.i. Vught, is […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Vught gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft bezoek achter glas en visitatie

 

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is het niet eens met de uitspraak van de beklagrechter. Hij heeft getuigen: zijn bezoek, de twee bewaarders en zijn mentor Ingrid op unit drie. Er is camera- en audiotoezicht. Klager gaat niet iets verzinnen, dat heeft geen nut. 

 

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De directeur verwijst naar zijn voor de beklagrechter gevoerd verweer. De directeur heeft geen navraag gedaan bij klagers mentor. Klager zat in een bezoekruimte met de mogelijkheid van een scheiding met glas. Klager heeft de GVM-status. Het beleid is het bezoek niet achter glas te laten plaatsvinden, tenzij dit op grond van een GVM-maatregel is aangewezen. Tijdens bezoek achter glas vindt geen toezicht plaats. Wel volgt na het bezoek achter glas een visitatie, ook als het bezoek achter glas plaatsvond. Dat is standaard. Het zou dus kunnen dat het bezoek achter glas heeft plaatsgevonden en klager daarna is gevisiteerd.

 

3.         De beoordeling

Hetgeen klager in beroep heeft aangevoerd, kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat op basis van klagers plaatsing op de GVM-lijst en de naar aanleiding hiervan door de directeur van de p.i. Vught aan klager opgelegde maatregel van individueel bezoek met toezicht, het bezoek achter glas heeft mogen plaatsvinden, gevolgd door een visitatie van klager. Uit artikel 3.8.1 van de huisregels van de p.i. Vught blijkt immers dat de directeur kan bepalen dat het toezicht tijdens het bezoek inhoudt dat het bezoek plaatsvindt in een bezoekruimte, waarin de gedetineerde en de bezoeker door een glazen wand van elkaar gescheiden zijn, en dat na afloop van het bezoek een onderzoek aan lichaam en kleding van de gedetineerde plaatsheeft. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, mr. drs. J.P. Meesters en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 13 februari 2018

 

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven