Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0951/GB, 2 juli 2003, beroep
Uitspraakdatum:02-07-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/951/GB

Betreft: [klager] datum: 2 juli 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 24 april 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. V. Kraal,namens

[...], geboren op [1970], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 april 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) in of nabij Amsterdam afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 20 maart 2003 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. De Boschpoort te Breda.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar een h.v.b. in of nabij Amsterdam als volgt toegelicht.
Klager heeft de afgelopen 8 à 9 jaar zijn 70-jarige grootmoeder verzorgd, die zwaar longpatiënt is en daarom geen autoritten kan maken van langer dan ongeveer een kwartier. Bij het beroepschrift is een verklaring van de huisarts vande grootmoeder overgelegd, waaruit volgt dat zij niet kan reizen vanwege ernstige COPO en osteoporose. Nadien is nog een brief van de huisarts overgelegd, waarin wordt aangegeven dat de onmogelijkheid klager te bezoeken voor degrootmoeder vele psychosomatische klachten tot gevolg heeft.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is preventief ingesloten voor het arrondissementsparket ’s-Gravenhage, waardoor hij in principe ingesloten dient te worden in een inrichting, die zich binnen dat arrondissement bevindt. Bovendien is er in Amsterdam te weinigcelcapaciteit. Klagers strafzaak moet weliswaar nog behandeld worden, maar het feit dat hij op de een of andere manier opereert in het arrondissement ’s-Gravenhage geeft toch op zijn minst het vermoeden, dat klager het niet zo nauwneemt met zijn familiebanden. Ten tijde van de beslissing ontbrak een medische verklaring omtrent de gezondheidstoestand van de grootmoeder van klager, waaruit blijkt dat zij niet zou mogen reizen. Deze verklaringen waren wel ineensbeschikbaar toen klager een beroepschrift indiende. Op het moment dat de beslissing werd genomen waren de stukken echter niet compleet, en dat moment moet worden getoetst.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De selectiefunctionaris heeft aan de afwijzing van het verzoek ten grondslag gelegd dat klager, die stelt familiebanden in Amsterdam te hebben, blijkens zijn delict in het arrondissement ’s-Gravenhage opereert en dat dit opzijn minst het vermoeden wekt dat klager het niet zo nauw neemt met zijn familiebanden. Een dergelijke veronderstelling vormt, wat er zij van de overige argumenten, onvoldoende onderbouwing voor de bestreden beslissing zodat dezedient te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geentermen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming, nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing ongedaan zijn te maken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken naontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M. Voorwinden, secretaris, op 2 juli 2003

secretaris voorzitter

Naar boven